De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

Het ABC van de Ring

Deel II: van Nibelungen tot Zukunftsmusik

Sofie Taes
Leestijd
8 min.

Waar begin je aan een monumentaal werk als de Ring des Nibelungen? Bij ons Grote Wagnerglossarium, natuurlijk. In dit tweede deel ontdek je Wagners favoriete opera, zijn kunst- en genderopvattingen, zijn link met Adolphe Sax en zowat alle argumenten van zijn ‘lovers’ en ‘haters’.

N

Nibelungen

Zij schopten het tot in de titel van Wagners roemruchte klavervier. Maar wie zijn de Nibelungen? Met wortels in de Germaanse en Noorse mythologie gaan zowel de etymologie als de narratieve roots van deze clan in nevelen gehuld. In zijn oudste vorm zou de naam verwijzen naar de ‘Gibichungs’: de koningsdynastie van de stam der Burgundi die zich in de 5de eeuw in het Midden-Rijngebied vestigde. In het middeleeuwse Nibelungenlied bevolken ze een sprookjeswereld, waarin dwergen en reuzen betrokken raken bij de diefstal van rijngoud, het smeden van een magische ring en een vervloekte schat. Als Nybling of Nibling echoot de naam ook in het laatmiddeleeuwse Lied vom Hürnen Seyfrid: een heldendicht waarin hoofdpersonage Siegfried, opgevoed door een smid, een draak doodt en zijn huid tot pantser maakt. Wagner haakt zijn karretje aan deze verhaaltradities en schakelt een versnelling hoger: in de Ring zijn de Nibelungen dwergachtige bewoners van duistere krochten, vaardige goudzoekers en kundige smeden, maar bovenal de architecten van een ring die meer ellende brengt dan de pakjesbezorger van Pandora.

O

Optische illusie

De verhaalmaterie van de Ring smeekt om special effects. Gefundenes fressen voor Wagner, die podiuminrichting en effectwerking als onontbeerlijke componenten van zijn metaverse beschouwde. De uitvinder van optische trucjes is hij echter niet: barokopera grossierde al in kolossale machinerieën en technische slimmigheidjes als leviterende goden, bulderende donderstormen en schepen zinkend tussen de planken van de scène. Met de hulp van toneeltechnicus Carl Brandt opende Wagner wel de deur naar een nieuw tijdperk. Brandt was specialist transformatiescènes: met rook, stoom en mist, (elektrische) verlichting, toverlantaarns en twee locomotiefketels orkestreerde hij complexe scènewissels zónder het doek te moeten sluiten. Voor Fafner liet hij een mechanische draak in stelling brengen, voor de waterwerken in Götterdämmerung een verborgen trog en een pompsysteem waarmee een stromend watereffect met echte meerminactie werd gecreëerd. De magie van Bayreuth lag in dat wat niet kon en ook niet was: de poëzie van de illusie.

P

Posse

“Ik hou meer van Wagner dan van welke componist ook. Zijn muziek is zo luid dat je de hele tijd kan praten zonder dat iemand het hoort.” De accolade die Oscar Wilde in de mond legde van Dorian Gray mag dan van een bedenkelijk allooi zijn geweest, fans had Wagner in overvloed. Omvergeblazen door de schokgolf van zijn muziek vielen heel wat vakgenoten ten prooi aan de Wagnermania, inclusief César Franck, Anton Bruckner, Ernest Chausson, Jules Massenet, Richard Strauss en Gustav Mahler. Minder illustere bewonderaars troepten al gauw samen in de Wagner-verenigingen die als paddenstoelen uit de grond schoten; alleen al in Duitsland waren er eind 19de eeuw 200 afdelingen van het Allgemeiner Richard-Wagner-Verband gevestigd. België speelde een sleutelrol in de geschiedenis van de Wagnerverering: in 1871 - dus nog voor de dood van de componist - werd in Brussel het Comité belge du Patronat de Bayreuth gesticht (later herdoopt tot Comité belge de l’Association wagnérienne universelle), die zou uitgroeien tot een van de best georganiseerde verenigingen buiten Duitsland. Tot op vandaag tiert het fandom hier trouwens welig, met diverse kringen, vriendengroepen en genootschappen aan beider zijde van de taalgrens.

Q

¿Qué?

Met woorden jongleerde hij even geniaal als met klank. En dus schreef Wagner – in tegenstelling tot de meeste componisten – zijn libretto’s zelf. De Wagner-signatuur? Nonsenswoorden die zich ophouden tussen onomatopee en neologisme. De Ring bulkt van dergelijke welluidende onzin. Zo grossieren de rijnmeerminnen in kreten als “Weia! Waga! ... Wagala weia! Wallala weiala weia!” en “Heiajaheia! Heiajaheia! Wallalalalala leiajahei!”, gaat Brünnhilde wild op “Hojotoho! Heiaha!” en zingt Siegfried zich tijdens het smeden moed in met “Hoho! Hoho! Hohei! Hohei! Hoho!”. Doordachte spielereien op echte woorden, beweerde Wagner; ridicule kinderpraat, pareerden critici. Vermoedelijke bron van het gebrabbel? Der Freischütz (1817), het meesterwerk van Carl Maria von Weber en Wagners favoriete opera. Daarin introduceerde Weber een interessante variant van het Italiaanse belcanto: in plaats van ellenlange notenslingers op één lettergreep, spande hij melodieën uit boven woordkruimels met klanknabootsend karakter. Toen ongehoord, vandaag algemeen erkend: een goed lalala werkt altijd.

R

Revolutie

Wagners dromen van een voortreffelijke Duitse kunst mogen dan al megalomaan zijn geweest, hij geloofde wel rotsvast dat zij het volk Verlichting zou brengen. In Die Kunst und die Revolution (1849) stelt hij dat zo’n ‘nieuwe, ware kunst’ alleen kon ontstaan als eerst ‘al het oude’ zou worden vernietigd. Als profeet voelde hij zich geroepen om de barricaden te beklimmen, de kunst te bevrijden uit de wurggreep van kapitalistische speculatie en haar transformatieve kracht te herstellen. Daartoe zocht Wagner zijn heil in een totaalbeleving van woord, muziek en enscenering naar het voorbeeld van het antieke Griekse theater. Met de Ring zette hij dat theoretische model om in muziekpraktijk. In die zin was de tetralogie zowel zijn artistieke als ideologische beginselverklaring, waarin de ontwrichte werkelijkheid door de naden van het rijk der fabelen gluurt.

S

Sax

Je kan niet over Wagner praten zonder het over het orkest te hebben. Elke millimeter van elke snaar en klankbeker heeft hij uitgekamd, op zoek naar kleuren en texturen. Voor de Ring liet hij zelfs een nieuw instrument bouwen: de Wagnertuba, of de missing link tussen de hoorn en de trombone. Wagner schreef niet minder dan vier partijen voor een duo in stereo: twee tenortuba’s gestemd in Bes en twee bastuba’s in F. Hij zou voor het eerst hebben gedroomd van deze koperblazer met zijn verheven, heroïsche toon in 1854, tijdens het componeren van Das Rheingold. Maar helemaal uit de lucht gegrepen was zijn idee niet: Wagner was vermoedelijk geïnspireerd door de instrumenten die hij had gezien in het Parijse atelier van de Belgische bouwer Adolphe Sax. Een brief van Wagner, die expliciet melding maakt van “Sax’schen Instrumenten”, zou wel eens de ultieme aanwijzing kunnen zijn dat de Wagnertuba in feite het neefje van de Saxhoorn is. Wie de instrumenten naar Wagners ontwerp uiteindelijk vervaardigd heeft, is niet bekend. Ook weten we niet wat er is gebeurd met de originelen sinds ze in 1939 voor het laatst in Bayreuth werden gespot.

Wagnertuba
Wagnertuba

T

Tetralogie

Toeval bestaat niet in het universum van Wagner. Zo is de lijvige opzet van de Ring een bewuste strategie om elke suggestie te ontkrachten dat opera vooral lichtvoetig entertainment zou moeten zijn. Het kostte hem enige moeite ook zijn publiek daarvan te overtuigen, zo werd duidelijk toen de lovende respons op het vroege werk Rienzi, der letzte der Tribunen geen vervolg kreeg met Der fliegende Holländer en Tannhaüser. De koele ontvangst van wat hij als een logische stap in zijn artistieke ontwikkeling zag, deed bij Wagner de moed in de schoenen zinken. “Nooit zal ik nog opera schrijven,” zweert hij in Eine Mitteilung an meine Freunde (1851), “voortaan noem ik mijn werken drama’s”. In datzelfde essay deelt hij voor het eerst zijn revolutionaire concept voor de Ring: “Wat ik voorstel is een mythe in drie complete drama’s voorafgegaan door een uitgebreid voorspel… en ergens in de toekomst, op een speciaal daarvoor opgezet festival, zal ik die drama’s en prelude presenteren, gespreid over drie dagen en een avond vooraf”. De profetie werd werkelijkheid, de werkelijkheid legende.

U

Urtext

Ook voor zichzelf bedacht Wagner de mooiste mythes: zo blijkt zijn bewering dat tekst en muziek van zijn opera’s gelijktijdig ontstonden aan alle kanten te rammelen. Elk deel van de Ring begon als ‘oertekst’ in proza, die in een geversifieerde versie tot nette kopie werd gekneed. Daarna volgden muziekschetsen op enkele notenbalken en een volledig geïnstrumenteerde score. Dat Wagner had nagelaten van Die Walküre een orkestklad te maken, bleek een pijnlijke vergissing: doordat het componeren jaren in beslag nam, kon hij zijn oude notities niet meer lezen en moest hij van nul herbeginnen. Vanaf Siegfried pakte hij het anders aan en zette hij akte per akte in de steigers, van eerste krabbel tot finale ets. De handgeschreven originelen zitten vandaag verspreid over private en publieke collecties in Europa en de VS, met het leeuwendeel in het Nationalarchiv van de Richard-Wagner-Stiftung in Bayreuth. De nette kopieën van Das Rheingold en Die Walküre – ooit in het bezit van Koning Ludwig – werden in 1939 aan Hitler geschonken voor zijn 50ste verjaardag. Men neemt aan dat ze in 1945 verloren zijn gegaan, al steken theorieën dat ze op een dag weer aan de oppervlakte zullen komen met regelmaat de kop op.

Manuscript van de slotscène uit ‘Die Walküre’
Manuscript van de slotscène uit ‘Die Walküre’

V

Vier dagen, vijftien uur

Onze aandachtsspanne wordt alsmaar korter, zo toonde recent onderzoek aan: soundbites, tweets en quotes, likes, shares en Tik Tok-teasers spelen in op ons groeiende onvermogen om lang gefocust te blijven. Dat is wel een werkpuntje voor wie zich aan Wagners Ring wil wagen. “Drie dagen en een avond vooraf,” dat is 15 à 20 uur in totaal of tweeënhalf tot vijf uur per opera. Het is een vaak gehoord punt van kritiek: waarom had de man zoveel noten op zijn zang? Acute breedsprakerigheid is het alleszins niet. Wagner concipieerde de opera’s als dagvullende evenementen – inclusief pauzes voor knabbels en verfrissingen – omdat de complexe verhaalmaterie, het gebruik van leitmotive en de doorlopende flow van het verhaal nu eenmaal tot enige narratieve envergure noopten. Toch koudwatervrees? Zeg niet ‘lang’ maar ‘binge-worthy’ en ga loos op z’n Netflix.

“Wagner heeft mooie momenten,
maar vervelende kwartiertjes.”
Gioachino Rossini

W

Wagnerisme

Wagner zou verrukt zijn geweest bij de idee dat zijn schaduwen veel verder strekken dan zijn tengere silhouet. Zijn nalatenschap werd het canvas waartegen het wagnerisme – een culturele en intellectuele beweging die eind 19de en begin 20ste eeuw piekte – grote thema’s, maatschappelijke tendensen en artistieke ideeën ging bevragen. In ons land ontstak het wagnerisme in de nasleep van een productie van Lohengrin in de Munt, anno 1870. Het publiek was toen al vertrouwd met het werk van Wagner, die tien jaar eerder als dirigent in de Brusselse muziektempel te gast was geweest. Terwijl de Parijse operascene volhardde in zijn Wagnerfobie, groeide de Munt uit tot dé premièreplek voor de Franstalige versies van zijn opera’s. Een eerste volledige Ring produceerde het huis in 1903. De tetralogie wist heel wat Belgische topkunstenaars te betoveren, waaronder Fernand Khnopff, Constantin Meunier, Maurice Maeterlinck, James Ensor en Emile Fabry. Die laatste echode met de oprichting van de groep L’Art Monumental Wagners ambitie om ‘de ziel van de massa te verheffen’ en liet met zijn schilderingen in de eretraphal van de Munt een blijvende herinnering na aan het vuur van de Belgische wagnerianen.

X

XX/XY

Wagners esthetische theorieën waren doordrongen van traditioneel genderdenken. Zo zag hij het woord als zaad dat de muziek moest bevruchten. Wagners genderpositie weerspiegelt de toen gangbare idee dat de man als actieve kracht hogerop stond in de biologische en sociale hiërarchie dan de passieve vrouw. Toch is zijn werk door feministen ook vanuit het tegenovergestelde perspectief gelezen. Zij stellen dat het vaak vrouwelijke personages zijn die een actieve rol opnemen en de orde herstellen daar waar mannen chaos hebben gecreëerd. Zo krijgt Wotan geregeld op zijn donder van echtgenote Fricka en weet Oermoeder Erda in haar alwetendheid de goden te overklassen. Toch kunnen Wagners ideeën over de seksen op z’n minst ‘twijfelachtig’ worden genoemd. Hij bewonderde de vrouw voor zover ze zich in blinde liefde opofferde voor een man – wat in de Ring dan ook met de regelmaat van de klok gebeurt. De #metoo-award gaat echter naar warrior woman Brünnhilde, die haar bullebakkende vader ontvriendt en de ring vloekvrij maakt maar toch op de brandstapel eindigt.

Y

Yuck & yawn

Tja, het is geen spek naar ieders bek. En dus wordt er tijdens de Ring wel eens gegaapt, met de ogen gerold, intern gevloekt of luidruchtig gefulmineerd. Wagner schijnt zich niets te hebben aangetrokken van het polariserende effect van zijn werk, dat naast hordes dwepers ook rabiate critici in het gelid deed springen. De meest notoire non-believer moet muziekcriticus/filosoof Eduard Hanslick zijn geweest, een voorvechter van de ‘absolute muziek’ die de intellectuele kwaliteiten van pakweg Brahms ver superieur achtte boven de emotionele spektakelzucht van Wagner. Nietzsche – eerst nog BFF – was vlijmscherp aan het adres van Wagner om zijn christelijke en antisemitische sympathieën. Hetzelfde liedje bij Heinrich Porges, die Wagner hielp zijn autobiografie in de steigers te zetten maar dodelijk teleurgesteld raakte in diens ideologische aberraties. Onder collega’s was Camille Saint-Saëns de meest opmerkelijke opponent. Zijn afschuw voor de ‘excessieve’ stijl van Wagner uitte hij door tijdens de première van Tristan und Isolde al na de Prelude de zaal te verlaten.

Z

Zukunftsmusik

Het debiet van Wagners scheppende genie is miraculeus: elke noot en elk woord van de Ring heeft hij geschreven, elk detail van de enscenering, regie en kostumering uitgedacht. De muziek van de toekomst, dat was voor Wagner het Gesamtkunstwerk waarin alle theaterfaçetten samen voor een transformatieve ervaring zouden zorgen. Muzikale vernieuwingen zoals het leitmotif en de Unendliche Melodie waren slechts pionnen op het schaakbord waarop Wagners idealen kampten met traditionele denkbeelden over wat opera hoorde te zijn. Wagners toekomst, dat is ons nu. Is zijn recept voor Zukunftsmusik inderdaad houdbaar gebleken? Eerlijk is eerlijk: Wagner is anno 2023 zelden invité op de bühne, zij het dan in grote huizen waar een half leger in stelling kan worden gebracht om het wonder van de Ring te voltrekken. Maar wanneer dat gebeurt, is het zaaks erbij te zijn. Want de Ring, dat is iets van toen, vandaag en morgen: een universele allegorie die – zoals alle grote kunst – even eigentijds als tijdloos is.