De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

De operawereld zou meer risico's mogen nemen.

Christophe Coppens regisseert 'Norma'

Leestijd
7 min.

Alles moet uit de muziek komen, maar dat betekent niet dat opera niet over urgente maatschappelijke kwesties kan gaan. Een gesprek met Norma-regisseur Christophe Coppens, over zijn inspiratiebronnen, zijn gelaagde creatieproces en de auto als hotspot van emotie.

Waarom hou je zo van opera?

Visuele kunst is altijd strijd en pijn, en een opera creëren is hard werken, maar wat is het ook een ongelooflijk geschenk. Ik hou van de moeilijkheden en beperkingen eigen aan het genre. Anders dan in het theater kan je niet aan het libretto en de muziek raken, en dat geeft me een houvast, grenzen die ik met kleur kan invullen. Ik hou ook van de intense en korte repetitieperiode. Die past bij de manier waarop ik werk en denk.

Voordat ik opera begon te regisseren, heb ik veel verschillende dingen gedaan, maar opera blijkt uiteindelijk de enige plek waar alles samenkomt, alles op zijn plaats valt. Ik geniet van elk moment van het proces en van het feit dat je samen met anderen iets creëert. Het is ook logisch dat ik net in deze fase van mijn leven opera maak, op mijn 51ste. Ik denk niet dat ik er twintig jaar geleden toe in staat zou zijn geweest. Het is alsof alle wegen ernaartoe hebben geleid.

Hoe ga je als regisseur te werk?

Ik luister veel en bekijk dvd's, maar niet te veel. Ik kijk in deze fase liever naar vintage producties. Al snel begin ik te schetsen en tekeningen te maken, want ik werk heel visueel. Ik geloof in intuïtie en vrije associatie. Daarom probeer ik mijn verbeelding zo vrij mogelijk te laten. Inkorten, schrappen en bewerken kan ik later nog doen met de muziek in mijn oren.

Dan ga ik verder met het libretto. Een van de stappen waar ik het meest van hou, zijn de lange, intense gesprekken met de dramaturg. Van daaruit ontstaat dan een idee en begin ik de lijn te zien die ik wil volgen. Een goede dramaturg aan je zijde hebben is zo belangrijk. In de Munt kan ik werken met Reinder Pols, de allerbeste!

Met al die ideeën ga ik terug naar Peter de Caluwe. We praten en daarna stel ik een eerste opzet van een presentatie op. Ik begin de kostuums en het decor te ontwerpen, en werk samen met i.s.m.architecten aan de plannen en maquettes. Gaandeweg blijf ik werken aan het libretto en de muziek, en bouw zo de voorstelling op. Vervolgens maak ik een storyboard. Voor Norma heb ik meer dan tweehonderd tekeningen gemaakt. Zo gun ik iedereen als het ware een blik in mijn hoofd en geraken we sneller vooruit zodra we beginnen.

Wanneer de repetities van start gaan, heb ik al een duidelijk beeld van hoe de spelers opkomen en afgaan, zelfs van de regieaanwijzingen. Alles is tot op de seconde getimed, maar er is altijd ruimte voor verandering. Als het ontwerp klaar is en ik de repetitiezaal binnen stap, voelt het alsof iemand anders het decor en de kostuums heeft gemaakt, alsof ik een buitenstaander ben. Dan schrap ik meteen wat overbodig is en hou ik alleen de ontwerpen over die relevant zijn. Het gaat om de performance, het verhaal, de muziek en de stemmen – opera is geen schilderij of ontwerp.

Van waaruit ben je voor deze Norma concreet vertrokken?

Het oorspronkelijke verhaal van Norma is gesitueerd rond het begin van onze jaartelling bij de druïden en de Romeinen in Gallië. Die historische context vond ik echter weinig relevant voor de essentie van het verhaal. In mijn zoektocht kwam ik eerst uit bij sektes, religieuze en andere, maar ook dan is de interpretatie vaak te letterlijk en weinig interessant voor de dramatische gang van zaken. In hun tijd waren de druïden mediatoren die een sterke autoriteit en waardenbesef uitstraalden; dokters en raadgevers die dicht bij de natuur stonden, maar die ook in een besloten groep leefden op een heel afgelegen plek, geïsoleerd van de echte wereld.

Dat deed me dan vrij snel denken aan de geïsoleerde gemeenschappen die in afzondering hun eigen waarden cultiveren, die zich verzetten tegen invloeden van buitenaf. Je vindt dat bijvoorbeeld in neonazistische groepen die hele leegstaande dorpen opkopen in Spanje of Italië en die een gemeenschap creëren waarbinnen alleen hun eigen waarden gelden, om daar in alle beslotenheid hun kinderen op te voeden. Maar ook dat was me te concreet. Ik weerhoud hun boosheid en angst voor alles wat vreemd is, hun weerstand t.o.v. de Verlichting, maar Ik wil het vager houden, zodat ieder zijn eigen invulling aan het verhaal kan geven. Ik zou willen dat ieder er zijn omgeving in herkent, waarin tegenwoordig maar al te vaak ideeën geuit worden die de mens opsluiten in een wereld van eigen gelijk, en die de ander daarvan uitsluiten.

Wie is Norma voor jou?

Ze is een vrouw die gekozen heeft een machtspositie op te nemen in een mannenwereld. De mannen wachten op haar goedkeuring om ten oorlog te trekken, ze luisteren naar haar en respecteren haar beslissingen. Net daarom denk ik ook dat dit een verhaal van alle tijden is, een verhaal van een vrouw die vastzit in een structuur, in een omgeving. Die om zichzelf te zijn een tweede leven moet leiden. Want naast haar officiële positie, is Norma ook een vrouw van vlees en bloed. Ik denk dat ze heel herkenbaar is: ze is een veelgelaagde vrouw die sterk in haar schoenen staat, die al haar kwaliteiten benut, die zich volledig inzet voor haar omgeving, maar daardoor een bepaald stuk van haar persoonlijkheid moet wegcijferen ten dienste van een ‘hoger doel’, van de maatschappij waarin ze leeft, van de mensen met wie ze omgaat… Haar gezin en haar liefde botsen met haar maatschappelijke positie. Door die druk van het leven – een leven waarin ze eigenlijk slechts ten dele zichzelf kan zijn, een leven dat wij op het toneel wél te zien krijgen maar dat ze eigenlijk in het verborgene leeft – gaat ze finaal ten onder. Norma is een sterke vrouw – ik heb altijd schroom om die term te gebruiken – maar uiteindelijk is die ‘sterkte’ ook haar zwakheid. Want het is juist die machtspositie die haar zo kwetsbaar maakt.

Wat is het belangrijkste dat je het geleerd over operaregie?

Ik heb voortdurend bijgeleerd van alle zangers en collega's met wie ik heb samengewerkt. De mythe dat de regisseur altijd gelijk heeft, daar geloof ik niet in. Ik hou van dialogen en van commentaar van mensen die het beter weten dan ik. In een repetitieruimte komt zo veel expertise samen, en vooral in de Munt, waar iedereen zo bekwaam en slim is. Een dirigent die deel wil uitmaken van het proces, is gewoonweg een droom. Voor Norma werkte ik met Sesto Quatrini en hij was er elke dag. Ik prijs me gelukkig met alle dirigenten met wie ik tot nu toe heb gewerkt. Ik hou ervan als er we actief van gedachten kunnen wisselen in de repetitieruimte.

Naast de regie ontwerp je ook de kostuums en het decor. Wat zijn de voordelen daarvan?

Het is niet dat ik niemand anders vertrouw of dat ik niet met andere mensen wil samenwerken. Ik zie het hele proces gewoon als één geheel. Ik kan zien wat nodig is en gemakkelijk dingen veranderen: bijvoorbeeld hoe Norma beweegt, wat ze draagt, hoe de deur opengaat als ze binnenkomt, de snelheid van de lift. Dat hoort allemaal bij het beeld dat ik in gedachten heb. Ik zie mezelf als een schilder, en elk aspect van een opera maken is een andere laag. Bovendien heb ik mijn hele leven met ambachtslieden en kunstenaars gewerkt, overal ter wereld. Ik weet dus hoe ik met hen moet omgaan en hoe ik dingen gedaan krijg. Ik zit met hen op dezelfde golflengte en geniet van hun gezelschap.

In onze productie zal de toeschouwer op de scène vergeefs naar eiken en maretak zoeken, omdat de natuur er verdrongen en afwezig is. Dat laat ons ook toe om meer naar de essentie te gaan van de liefdesdriehoek van de protagonisten en naar de context van de drukkende maatschappij waarin ze leven. Toch blijft de natuur, denk ik, juist door zijn afwezigheid wel zeer aanwezig. Tegelijk is ze ook sterker dan de mens en komt in elke beton scheur weer naar boven.

De afwezige natuur wordt in deze nieuwe Norma-productie vervangen door twee elementen: beton en auto’s. Beton staat hier uiteraard symbool voor de verdwenen natuur. Een fenomeen dat we helaas maar al te goed kennen in ons land, volgegoten met beton, en dat ons geregeld parten speelt in de vorm van wateroverlast of drinkwatertekort. Het tweede element is al even acuut. Ik zie de auto in onze – op vele vlakken falende – maatschappij, als een soort niemandsland, als een capsule, een non-space, als een uitvergroting van de gevoelswereld van de personages. Auto’s zijn absoluut geen romantische plaatsen of objecten, maar wel plaatsen waarin veel dingen gebeuren, waar veel emoties naar boven komen. Een auto vormt voor mij een soort bubbel van emoties die op dat moment de gevoelswereld van dat personage weergeeft, als een ectoplasma.

Wat zou je aan de operawereld willen veranderen?

Ik ben een nieuwkomer, dus over veranderingen kan ik misschien niet meespreken. Ik kan alleen een voorstelling maken op de manier waarvan ik denk dat ze de juiste is. Maar moderne opera's zien er vaak gedateerd uit. 'Modern' lijkt vaak alsof ze in de jaren 90 zijn gemaakt, alsof de regisseur zich alleen op de operawereld gefocust heeft en gemist heeft welke veranderingen er zich sindsdien hebben voltrokken: op sociaal, politiek en economisch vlak, maar ook in de beeldende kunsten, de popcultuur en de mode. Een nieuwe creatie moet geïnspireerd zijn en een regisseur moet die elementen op een natuurlijke, vloeiende manier samenbrengen.

De operawereld zou meer risico's mogen nemen. Veel producties houden het idee van reenactment levend, en dat is jammer. We kunnen altijd genieten van oude, historische voorstellingen op dvd of YouTube, maar voor mij is opera alleen relevant als hij urgente kwesties aansnijdt. Het is een delicate oefening, dat wel. Ik heb er ook een hekel aan als een hedendaags idee of onderwerp zomaar op een opera wordt geplakt. Ideeën moeten doordacht zijn, en alles moet uit de muziek komen.