Cultuur is een synoniem van vrijheidNora Gubisch
Wat is uw eerste herinnering aan de Munt?
Nora Gubisch (mezzosopraan): De Munt is lange tijd het operahuis geweest dat me steeds weer vroeg voor projecten die ik maar wat graag gedaan zou hebben, maar die nooit in mijn agenda pasten. Het leek wel gedoemd. Toen ik dan eindelijk een keer in de Munt aan de slag kon, was dat niet minder dan een droom die in vervulling ging. Mijn eerste echte herinnering was Cendrillon van Massenet in 2011. Sowieso een geweldige productie en extra speciaal voor mij omdat ik er samen met Alain (Altinoglu, de huidige muziekdirecteur van de Munt) aan kon werken, aangezien hij de dirigent was. We zakten met het hele gezin af naar Brussel en onze zoon liep zelfs een tijdje school hier. (mijmerend) Wat een geweldige productie was dat ook. We hadden constant de slappe lach backstage. Ik herinner me een supersnelle kostuumwissel, waarbij er wel acht maquilleuses en kleedsters tegelijkertijd aan mij aan het werken waren. Het leek wel een mierennest op speed. Het was toen dat ik de Munt leerde kennen als het warme, liefdevolle operahuis dat het sindsdien altijd gebleven is.
Hoe ziet u de rol van cultuur in de huidige maatschappij?
De functie van cultuur valt onmogelijk te overschatten. Cultuur is voor mij synoniem voor vrijheid. De afwezigheid van cultuur in totalitaire staten zegt alles over het belang van cultuur en toont perfect aan dat het simpelweg onmogelijk is om je een gezonde maatschappij zonder cultuur voor te stellen. Een boek kopen is al een cultuuruiting en hetzelfde geldt voor de fantasie van een kind prikkelen, dat vervolgens aan de haal kan gaan met dat idee in zijn of haar verbeelding. Cultuur is essentieel voor kinderen. Wat moeten en kunnen kinderen nog zonder cultuur? Een nieuw spel uitvinden met je vriendjes en vriendinnetjes is immers ook in zekere zin een vorm van cultuurbeleving. Cultuur zit in zo veel verschillende daden en mogelijke acties.
Al moet ik wel toegeven dat het me tijdens de eerste lockdown een tijdlang deugd deed om even niet actief te moeten zijn als operazangeres. Me even kunnen terugplooien op mijn gezin voelde geweldig. De keerzijde van die medaille was wel dat ik me na enkele maanden zeer ongemakkelijk en soms zelfs ronduit slecht begon te voelen, zonder dat ik precies wist hoe dat kwam. Bleek achteraf dat een deeltje van mij aan het afsterven was omdat ik me simpelweg niet meer nuttig voelde zonder cultuurbeleving.
Wat maakt de Munt zo bijzonder voor u?
Het is uiteraard speciaal voor mij dat mijn man (Alain Altinoglu) hier de muziekdirecteur is. Maar bij de Munt denk ik ook aan de warmte van het huis en dan vooral van alle mensen die hier werken. Dat klinkt bijna banaal, maar het is echt opmerkelijk hoe eenvoudig en genereus de mensen hier zijn. Je voelt je telkens weer alsof je wordt omarmd door een familie die maar wat blij is om jou eindelijk terug te zien. En dat was zo van bij mijn allereerste optreden in de Munt. Dit huis heeft helemaal niets arrogants, en dat is niet alleen aangenaam, maar dat maakt ook dat je veel makkelijker het beste in een artiest naar boven kunt brengen.
Wat is uw favoriete plek in de Munt?
Zonder twijfel het terras naast de Malibranzaal. De reden waarom ik zo van die plek hou, is dat ze voor mij symbool staat voor momenten van ontspanning tijdens (vaak intense) repetities. Het is daar dat je even op adem kunt komen met eenieder die daar op dat moment ook is. En dat zijn net zo goed de costumières en de machinisten als de artiesten. Even met z’n allen de batterijen opnieuw opladen en er dan weer volop tegenaan! Heerlijk.
Wat maakt van opera de ultieme kunstvorm?
Het is natuurlijk zo dat er heel veel kunstvormen samenkomen in opera. Je hebt zang, schrift, muziek, schilderwerk, sculptuur, kostuums en dan vergeet ik nog de pracht van het theatergebouw zelf. Je kunt dus niet ontkennen dat opera inderdaad een heel complete kunstvorm is. Nog belangrijker voor mij is het kippenvel dat je onvermijdelijk krijgt wanneer je in de zaal zit. Dat gevoel kan ik met de beste wil van de wereld niet beschrijven aan iemand die nog nooit live opera heeft meegemaakt. Zelfs degenen die denken dat opera te elitair of te complex is, moeten het ooit eens een kans geven. Voorwaarde daarvoor is dan wel dat operahuizen een laagdrempelige prijzenpolitiek voeren. Het goedkoopste kaartje zou niet meer dan een cinematicket mogen kosten. Wie voor het eerst naar de opera komt, zal zien, horen en zelfs voelen wat het is om in contact te treden met datgene wat de artiesten vanop het podium, geruggensteund door de kracht van het orkest, de zaal insturen. Kijk zo veel dvd’s als je maar wil, ga naar eender welk popconcert, het zal nooit hetzelfde zijn als een live operabeleving. En wel omdat livemuziek zonder enige versterking sowieso de meest aparte belevenis is.
Waarom zouden jongeren vaker naar de opera moeten gaan dan ze nu al doen?
Omdat je het publiek al van bij de geboorte bij de hand moet nemen. Je moet je publiek vormen, opleiden misschien zelfs. Ik kan het weten, want ik heb een zoon die binnenkort zestien wordt en die groeide op in een muziekminnend gezin. Voor een heleboel van zijn klasgenootjes was dat evenwel niet het geval. Ik heb dan ook flink wat schooluitstapjes georganiseerd zodat die kinderen mij eens konden zien en horen zingen in de opera. Aanvankelijk vinden ze dat vreemd of grappig, mensen die een verhaal zingen, maar het duurt niet lang voor ze gefascineerd toekijken. En na drie bezoekjes aan de opera is het voor hen de normaalste zaak ter wereld. Hoe langer het duurt vooraleer je eens naar de opera komt, hoe moeilijker het wordt omdat je dan al vol vooroordelen – zoals ‘Opera is niets voor mij’ en ‘Opera is voor snobs’ – zit. Ik richt me in deze dan ook vooral tot de ouders en ik zou hen willen zeggen dat een opera of een klassiek concert heus niet te lang duurt voor een kind. En zelfs als je kind na twintig minuten echt geen zin meer heeft om te blijven, is dat nog niet erg. Dan heb je het op z’n minst geprobeerd en is er een soort van basis gelegd.
Als u slechts een opera voor de eeuwigheid zou kunnen bewaren, welke zou dat dan zijn en waarom?
Wat een vreselijke vraag is me dat. Ik zou zo veel opera’s willen redden. (denkt na) Ik blijf het een onmogelijke keuze vinden, maar ik ga voor de Ring, omdat ik dan toch meteen vier opera’s red.
Wat was de laatste opera of het laatste concert dat u tot tranen toe wist te bewegen?
Dat is zonder twijfel het concert dat ik na anderhalf jaar coronapauze heb kunnen geven. Ik had niet verwacht dat het me zo veel zou doen, maar toen ik vlak voor dat galaconcert in het Théâtre des Champs-Élysées de ouverture van Carmen hoorde vanuit de coulissen, werd ik overmand door emoties. Ik voelde plots in heel mijn lijf dat het eindelijk weer voor echt was. Ik meende zelfs – aan de hand van hun reacties – te kunnen horen hoe intens het publiek zat te genieten. Ik herpakte me net op tijd, liep de scène op en bracht mijn stuk uit Samson en Dalila. En toch waren de grote emoties er meteen weer toen ik na al die tijd opnieuw oog in oog met het publiek stond. Die dialoog tussen artiest en publiek is onbeschrijflijk. Ziedaar waarom je dus naar de opera moet gaan, om echt te kunnen beleven wat zo’n opvoering met je doet.