De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

Uit de schaduw

Ali en de verschrikkingen van de mensensmokkel

Mahmoud Elsobky
Leestijd
6 min.

Een van de meest beklijvende episodes in de opera Ali legt de wanpraktijken bloot die tot op de dag van vandaag plaatsvinden in Libië. Het land heeft lange tijd gediend als een belangrijke transit voor migranten en vluchtelingen die de veilige haven Europa willen bereiken. Tienduizenden onder hen zagen die hoop echter vervliegen toen ze in de handen vielen van criminele netwerken en milities die er in het heersende politieke klimaat floreren. Ali, destijds twaalf jaar oud, was één van die slachtoffers. Onderzoeksjournalist Mahmoud Elsobky doet al vijftien jaar onderzoek naar deze kwestie. Hij sprak met tientallen getuigen en belicht in dit artikel het verdienmodel van de mensensmokkelaars en de menselijke tol die hun praktijken eisen.

Volledig overgeleverd aan de willekeur van de mensen die elke etappe van zijn reis tot dan toe hadden gedicteerd, komt Ali na onder meer een driedaagse tocht door de Soedanese woestijn uitgeput aan in het Libische district Kufra. Als hij al de illusie had gekoesterd dat hij door zijn begeleiders werd geholpen en in veiligheid gebracht, dan werd die meteen brutaal aan diggelen geslagen. Samen met vier- of vijfhonderd andere migranten werd Ali opgesloten in een soort pakhuis. De meeste van die hermetisch afgesloten gebouwen bevinden zich in de buurt van Tazirbu, in de Libische woestijn, ver weg van nieuwsgierige ogen. Vaak ook nog eens beschermd door corrupte politieagenten die met de smokkelaars onder één hoedje spelen, herbergen ze honderden, soms wel duizend migranten, die één of twee toiletten en in het beste geval een paar douches met elkaar moeten delen.

De belangrijkste detentiecentra in Libië
De belangrijkste detentiecentra in Libië © The New Arab

Sinds de val van het regime van Moammar Kadhafi in 2011 is Libië een politiek instabiel land waar rivaliserende fracties en milities proberen het machtsvacuüm op te vullen en de economische rijkdommen onder elkaar verdelen. In dit landschap, gekenmerkt door corruptie en gebrekkige juridische handhaving, nemen de mensenhandelaars die Ali zo ver hadden gebracht hun winst. Onder leiding van beruchte figuren als Kidane, Abdelrazak, Ermias en Abdelsalam buiten deze criminele netwerken de wanhopige situatie van migranten uit: ze bieden hun vervoer en bijstand aan tegen buitensporige prijzen en stellen hen vervolgens bloot aan ontberingen, willekeurige opsluiting, fysiek en seksueel geweld en martelingen.

Bij zijn aankomst in Kufra werd Ali onmiddellijk naar bendeleider Walid gebracht, ook wel bekend als Tewelde Goitom, vermoedelijk zijn echte naam. Om zijn winst te maximaliseren sorteert Walid de migranten op basis van hun capaciteiten en afkomst. Iedere nationaliteit heeft een eigen prijs. “Somaliërs worden anders behandeld dan anderen,” vertelde Ali me. Ze worden vaak vastgehouden tot er losgeld betaald wordt, terwijl mensen uit bijvoorbeeld Guinee worden uitgebuit door hen dwangarbeid op te leggen op boerderijen of bouwplaatsen die vaak eigendom zijn van mensen met goede contacten in het leger of bij de politie. Ze worden de facto tot slaaf gemaakt. Als je al te welbespraakt bent of verschillende talen spreekt, doen ze je voor hen werken als vertaler. Ali herinnerde zich een aangrijpend voorval met een Somaliër die na hem in het pakhuis aankwam. De jongen, die het financieel moeilijk had en zichzelf wilde beschermen, beweerde dat hij vlot Arabisch sprak. “Hij werd gedwongen om te bemiddelen tussen de smokkelaars en hun slachtoffers, en moest zelfs andere Somaliërs verwonden.” Een Europese connectie is een vloek voor iedere migrant die beweert daar familie te hebben. “Dat mag je nooit zeggen. Dan denken ze dat je rijk bent en maken daar misbruik van. Ik ken mensen die 14.000, zelfs 16.000 of 17.000 euro moesten zien te verzamelen. Aan zee ontmoette ik iemand die liefst drie keer heeft betaald.”

Toen ze voor Walid verschenen, kregen Ali en zijn vrienden te horen dat ze hem 6000 dollar verschuldigd waren voor de reis naar Libië, en nog eens 3300 dollar als ze over wilden steken naar Europa. Als ze niet betaalden, zouden ze gemarteld worden.

Snel werd duidelijk dat dit geen loze dreigementen waren. In het pakhuis heerste een vast dagschema: om zes uur ’s ochtends werd iedereen ontboden om zijn familie op te bellen en hen om het geld te vragen. Terwijl Walid voor hen troonde, moesten de migranten in een rij gaan staan en om beurten de telefoon gebruiken. Tijdens het gesprek sloeg Walid hen zo hard dat ze het uitschreeuwden, de wreedst mogelijke vorm van chantage voor de geliefden aan de andere kant van de lijn. Ali’s moeder probeerde Walid gerust te stellen: ze zei dat ze zou betalen, maar ze had tijd nodig om het geld bij elkaar te krijgen. Het haalde niets uit. Ali werd gedwongen om dit ritueel ook om twee uur ’s middags en acht uur ’s avonds te ondergaan. Drie keer per dag, maanden aan een stuk, totdat het geld daadwerkelijk betaald werd.

Het was slechts één van de beproevingen in het pakhuis. “Al die tijd leefden we op een stuk brood en een glas water per dag,” vertelde Ali. De slechte voeding, in combinatie met de onhygiënische omstandigheden en de insectenzwermen leidden tot een hele reeks huid-, ademhalings- en andere ziekten, zelfs tuberculose. Voorts waren er natuurlijk ook de psychologische gevolgen van een langdurig verblijf in zulke erbarmelijke omstandigheden. Omdat de smokkelaars buitensporige sommen eisten voor hun vrijlating, kwijnden velen weg in gevangenschap. “Mensen die niet betaalden, bleven daar heel lang zitten,” vertelde een andere overlevende* me. “Er waren geen medicijnen, geen behandelingen. Velen werden ziek en sommigen overleefden het niet.”

Bijzonder schrijnend was het lot van de vrouwen. Vele van de vrouwelijke overlevenden met wie ik sprak bevestigden dat ze door Walid en zijn handlangers verkracht waren. Sommigen onder hen werden daardoor zwanger, waarna ze vervolgens doorverkocht werden aan een andere smokkelaar. De VN en Save the Children hebben praktijken beschreven waarbij vrouwen en meisjes moesten beloven dat ze hun schulden voor de reiskosten terug zouden betalen door in Europa te gaan werken. Zodra ze op hun bestemming aankomen, wordt hun schuld omgezet in een vorm van dwangarbeid, in veel gevallen prostitutie, gedurende drie jaar of langer. Met name Nigeriaanse vrouwen zijn een doelgroep van dergelijke praktijken en belanden daardoor in Europa vaak in de prostitutie.

Zelfs als ze uit de pakhuizen weten te ontsnappen, zijn migranten in Libië nooit veilig. Twee migranten getuigden bij mij dat ze, toen ze een taxi namen, de chauffeur aan de telefoon hoorden vertellen dat hij “twee geiten” bij zich had. Hij was van plan om hen te ontvoeren en aan een smokkelaar te verkopen. Ze hadden zijn bedoelingen bijtijds door en wisten te ontkomen. Het lot van wie aan land of op zee onderschept wordt door een van de Libische autoriteiten is vaak niet beter.

De Europese Unie kreeg al veel kritiek voor haar samenwerking met de Libische kustwacht, die erop gericht is om te voorkomen dat migranten de Middellandse Zee oversteken. Zoals beschreven wordt in het rapport No Escape from Hell van Human Rights Watch, hebben EU-instellingen en lidstaten aanzienlijke sommen verstrekt om de slagkracht van de regering van nationale overeenstemming (Government of National Accord, GNA) in Tripoli te versterken. Het geld wordt door de GNA voornamelijk gebruikt om met meer een hogere capaciteit boten die vanuit Libië vertrekken te onderscheppen, de mensen die aan boord zijn aan te houden en hen terug te sturen naar detentiecentra waar ze in erbarmelijke omstandigheden worden vastgehouden, niet zelden als pasmunt voor financieel gewin en politieke invloed.

De daders vervolgen

Op 6 juni 2018 ondernam de VN-Veiligheidsraad actie tegen individuen die deze vicieuze misbruikcirkel in stand hielden. Abd Al Rahman Al-Milad, ook wel bekend als Al Bidja, werd geïdentificeerd als de leider van de regionale kustwachteenheid in Zawiya, in het noordwesten van Libië, en op de sanctielijst geplaatst wegens zijn betrokkenheid bij geweld tegen migranten en andere mensensmokkelaars. Mohammed Kachlaf, ook bekend als Qasab, werd eveneens genoemd, om zijn rol in het faciliteren van Al Bidja’s illegale mensensmokkel.

In 2021 werd Walid gearresteerd in zijn geboorteland Ethiopië en veroordeeld tot achttien jaar gevangenisstraf. Hij werd uitgeleverd aan Nederland, waar hij nu ook terechtstaat voor zijn misdaden.

Na zeven maanden was Ali’s moeder eindelijk in staat om het geld voor de vrijlating van haar zoon te leveren, door hun stuk land te verkopen. Hij werd tot de laatste dag mishandeld. In april 2024, de maand waarin het Europees Parlement het nieuwe Asiel- en Migratiepact goedkeurt dat volgens talrijke migratie-experts en NGO’s rampzalige gevolgen zal hebben voor vluchtelingen aan de buitengrenzen van Europa, weerklinkt Ali’s verhaal als een aangrijpend pleidooi om deze problematiek anders aan te pakken.

*Echte namen en details zijn gewijzigd of weggelaten om de identiteit van de getuigen te beschermen.

Vertaling: Jeroen De Keyser