De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

Het is nu of nooit

Lotte Verstaen en Margaux de Valensart op de Koningin Elisabethwedstrijd

Eline Hadermann
Leestijd
5 min.

Op 21 mei is het zover: dan staan mezzosopraan Lotte Verstaen en sopraan Margaux de Valensart in de eerste ronde van de prestigieuze Koningin Elisabethwedstrijd, samen met 53 andere jonge zangers van over de hele wereld. De Belgische hoop in deze editie is al sinds 2015 verbonden aan de Munt, waar de twee als lid van de MM Academy uitgroeiden tot beloftevolle zangtalenten. Wanneer ik peil naar hun huidige stressniveau, klinkt er eerst een diepe zucht, daarna een lacherig “ça va”. Al snel blijkt dat ze meer dan klaar zijn voor dé zangwedstrijd der zangwedstrijden.

Hoe staan jullie ervoor, momenteel?

Lotte: Wel goed, denk ik. Twee weken geleden hadden we nog een try-outconcert, en dat is voorspoedig verlopen. Al was het wel intensief: we zongen elk ongeveer één uur zonder pauze, omdat we zo veel mogelijk van ons repertoire voor publiek wilden brengen.

Margaux: Zo voel je heel goed waaraan er nog moet gewerkt worden. Maar we kenden alle stukken vanbuiten, en maakten geen al te grote fouten meer. Bovendien is het geruststellend om te weten dat we dit uithoudingsvermogen hebben, want op de wedstrijd zelf zullen we nooit zo lang aan één stuk moeten zingen.

DE SPELREGELS

Geen wedstrijd zonder regels. Zo verloopt de Koningin Elisabethwedstrijd:

Ronde 1 (21 en 22 mei, Flagey)
Na een loting wordt bepaald in welke volgorde de kandidaten zullen zingen. Alle kandidaten zingen twee stukken naar keuze, in verschillende talen en uit verschillende stijlperiodes. Eén van de twee nummers moet een opera- of oratoriumaria zijn.

Halve finale (24 en 25 mei, Flagey)
De kandidaten bereiden twee recitalprogramma’s voor, waarin werken uit hun eerste ronde zijn uitgesloten. Zo’n 29 uur op voorhand weten de kandidaten welk programma ze uiteindelijk zullen brengen.

Finale (1 tot 3 juni, Bozar)
De kandidaten brengen drie tot zes stukken naar keuze. Wel moeten ze in minstens twee verschillende talen zingen en moet hun programma ten minste één opera-aria bevatten. In de week voor de finale krijgen de kandidaten een repetitieschema met het orkest, waarvan ze niet mogen afwijken.

Duur van de programma’s
Die verschilt ronde per ronde: de eerste ronde mag maar 10 minuten duren, de halve finale en finale ongeveer 20 minuten.

Begeleiding
In de eerste twee rondes worden de kandidaten begeleid door een pianist, die in de finale wordt ingeruild woor een symfonisch orkest. Naar traditie is dat het Symfonieorkest van de Munt, deze keer onder leiding van Muziekdirecteur Alain Altinoglu.

Hoe bereiden jullie je voor in die laatste twee weken voor de eerste ronde?

Lotte: Dankzij de try-out heb ik het gevoel dat ik mijn repertoire beheers. Nu probeer ik om de details goed te zetten en vooral mijn stem fit te houden.

Margaux: Het komt er nu op aan om alles een beetje los te laten. Dat zeggen onze coaches ook: ‘Stop met te veel na te denken, doe gewoon je ding’. We hebben de ingrediënten om op de teksten te werken, de personages te bestuderen en na te gaan wat we voelen en willen communiceren met deze muziek.

Dat maakt me wel benieuwd. Kunnen jullie al een tipje van de sluier oplichten over jullie programma’s?

Lotte: In de vorige zangedities van de Koningin Elisabethstrijd werd er steevast een repertoirelijst vooropgesteld. Daaruit moesten de kandidaten dan hun programma samenstellen voor de volledige wedstrijd. Voor het eerst in de geschiedenis van het concours is die repertoirelijst weggevallen, wat me de vrijheid gaf om muziek te kiezen waar ik verliefd op ben. Mijn programma is dan ook heel divers: het bevat bijvoorbeeld enkele liederen uit Les nuits d’été van Berlioz, het wiegelied uit Moessorgski’s Liederen en dansen van de dood en Sur la grève, een mélodie van Joseph Jongen. Ik koos ook voor Olga’s aria uit Tsjajkovski’s Jevgeni Onegin, die ik dit seizoen al op het podium van de Munt heb mogen brengen. Alles samen dus vertrouwd repertoire – dat geeft me toch een gevoel van zekerheid.

Margaux: Bij mij ligt dat een beetje anders, vrees ik (lacht). Ik heb namelijk een volledig nieuw programma samengesteld, waarvan ik sommige stukken zelfs niet kende voor mijn deelname. Daarmee neem ik een groot risico, maar ik had zin om mezelf een beetje uit te dagen. In de halve finale moet je twee programma’s opgeven, en weet je de dag ervoor pas welk van de twee je uiteindelijk zal brengen. Ik gaf elk programma een thema − ‘dag’ en ‘nacht’ − en heb er ook muziek van vrouwelijke componisten in verwerkt, want die vind je in repertoirelijsten bijna nooit terug. Misschien kunnen we dat bij een volgende editie wel verplichten?

Jezelf uitdagen – dat is uiteindelijk het doel van zo’n wedstrijd. Waarom besloten jullie deel te nemen op exact dìt punt in jullie carrière?

Lotte: Al van bij het begin van mijn zangstudies aan het conservatorium koesterde ik het idee om deel te nemen – ook aan andere wedstrijden overigens. Maar de timing is belangrijk: als artieste evolueer je continu, op vlak van stemtechniek en de maturiteit van je stem. Bij de vorige editie was ik 23 jaar, en voelde ik me nog niet klaar. Vier jaar later, met meer ervaring en repertoire op zak, voelt het juist.

Margaux: Voor mij was het ‘nu of nooit’. Ik word dit jaar 32, en dan ben ik officieel te oud om nog deel te nemen. Bovendien: het is zo’n prestigieuze wedstrijd, waarbij het voor een Belgische toch wel extra speciaal is om mee te doen.

Twee van de weinige Belgische kandidaten, een (bijna) laatste kans: hoeveel druk voelen jullie op dit moment?

Lotte: Het klopt dat er toch wel wat meer ogen op je gericht zijn als Belgische deelnemers. De media-aandacht groeit, en dat maakt het net allemaal wat stresserender. Maar wat is het fijn om tijdens deze ervaring je familie dichtbij te voelen! Waar je bij wedstrijden in het buitenland je programma moet brengen zonder bekend publiek in de zaal, voel je nu de constante steun van je naasten. Dat is echt fijn.

Margaux: Inderdaad. Bovendien doe ik in de eerste plaats mee voor mezelf. Het feit alleen al dat we zijn geselecteerd, vind ik een prestatie. Door de pandemie vindt deze editie een jaar later plaats, waardoor de poel aan talentrijke concurrenten nog groter is dan anders. Het niveau ligt erg hoog – we mogen dus trots zijn om überhaupt in de eerste ronde te staan.

Behalve trotse Koningin Elisabethwedstrijd-kandidates, zijn jullie ook MM Laureates. Hoe heeft jullie traject in de Munt jullie voorbereid op deze wedstrijddeelname?

Margaux: Op onnoemelijk veel manieren. Alleen al praktisch gezien werden we enorm gesteund. Gedurende het hele parcours, van MM Academy tot MM Solist en MM Laureate, wordt elke coaching op jouw maat georganiseerd, en wordt er rekening gehouden met je persoonlijke schema. De ruimte krijgen om op je eigen tempo de verschillende taal- en zangcoachings in te plannen, en daarbovenop bakken podiumervaring op te doen: daar groei je écht door, als artiest.

Lotte: Inderdaad. Bij de Munt zijn mijn ogen opengegaan. Ik was nog heel jong toen ik aan mijn MM-traject begon, en ik leerde toen meteen hoe de operawereld werkt. Ik pikte ook ontzettend veel op van de stersolisten met wie we het podium mochten delen. Bovendien deden we in dit huis onze eerste audities, kregen we professionele ondersteuning om opnames te maken voor allerlei castings: allemaal met de onvoorwaardelijke steun van iedereen hier.

WIST JE DAT …
  • De kandidaten alles vanbuiten moeten zingen, behalve oratorio-aria’s? Indien een zanger ervoor kiest om een hedendaags werk te zingen, kan de organisatie hem/haar het recht toekennen de partituur te gebruiken.
  • Kandidaten geen zelf-gecomponeerd werk mogen brengen?
  • Juryleden de kandidaten met wie ze een sterke band hebben niet mogen beoordelen? Een sterke band duidt op familiebanden tot de vierde graad, maar ook op mentorschap of het leiden van een instituut waar de zanger in kwestie een opleiding heeft genoten.
  • De finalisten bovenop eeuwige roem ook een mooie geldprijs verdienen? Van €25000 voor de winnaar tot €4000 voor de ongerangschikte laatste zes.
Wat zal de wedstrijd jullie bijbrengen, denken jullie?

Lotte: De wedstrijd zorgt in elk geval voor naamsbekendheid in eigen land. Bovendien leer je er omgaan met de hoge druk die je constant voelt. Dat is een skill die je meeneemt voor de rest van je carrière. En natuurlijk: genieten van de prachtige muziek die we voor een groot publiek mogen brengen.

Margaux: Mijn deelname in dit concours is op zich al een persoonlijke verwezenlijking, denk ik. Een wedstrijd is zo subjectief: het ene jurylid zal misschien fan zijn van mijn stem en muzikale keuzes, de andere zal er misschien lak aan hebben. Het gaat voor mij dus vooral om het beleven van een prachtige ervaring.