De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

Ons nieuw seizoen

Peter de Caluwe
Leestijd
13 min.

“Er is een waarheid, vriend! Maar de ‘leer’ die jij wil, de absolute, volmaakte en alleen wijs makende, die is er niet. Je moet ook helemaal niet naar een volmaakte leer verlangen, maar naar vervolmaking van je zelf. De godheid is in jou, niet in begrippen en boeken. De waarheid wordt geleefd, niet gedoceerd.”
Hermann Hesse, Het kralenspel

Het Goede, het Schone, het Ware. Voor Plato, vader aller filosofen, bestaan ze, zij het als ‘dingen’ die noch materieel zijn noch door onze wereld gevat kunnen worden. In zijn beschouwingen verwijst hij naar de ‘ideeënhemel’ waar deze begrippen als concepten in hun meest zuivere vorm bestaan. Van daaruit wakkeren ze ons verlangen aan om goed te doen, om kennis te verwerven en de zoektocht naar schoonheid aan te vatten. De zetel van deze drang naar het hogere is volgens Plato onze ziel, het onsterfelijke deel van ons wezen.

In onze versplinterde, onvolmaakte werkelijkheid komen we slechts sporadisch in contact met deze emanaties van het ‘hogere’. Twijfel, afleiding en ironie overschaduwen al te vaak ons streven naar ‘verheffing’. We zijn er ons leven lang vooral op aangewezen om een fragiel evenwicht te zoeken tussen ziel en lichaam, tussen ratio en emotie, en om de vele andere ogenschijnlijke dualiteiten in onszelf te verenigen. In de Duitse literatuur bestaat er een mooi woord voor het wordingsproces, waarbij iemand voorbij deze tegenstellingen dichter tot zijn eigen mens-zijn komt: Werdegang. Ik kan niet ontkennen dat dit begrip mij interpelleert. Het leren leven door te leven is een constante uitdaging.

“Es gibt die Wahrheit, mein Lieber! Aber die ‘Lehre’, die du begehrst, die absolute, vollkommen und
allein weise machende, die gibt es nicht. Du sollst dich auch gar nicht nach einer vollkommenen Lehre sehnen, Freund, sondern nach Vervollkommnung deiner selbst. Die Gottheit ist in dir, nicht in den Begriffen und Büchern. Die Wahrheit wird gelebt, nicht doziert.”
Hermann Hesse, Das Glasperlenspiel

Pasklare antwoorden en universele dogma’s zijn er niet, maar in zijn brieven Über die ästhetische Erziehung des Menschen geeft Friedrich Schiller ons met de notie ‘Spieltrieb’ een voorzet. Ook voor hem is de mens een duaal gegeven, dat zowel voelt als denkt, zowel een zinnelijke als een geestelijke dimensie heeft. Maar Schiller wijst eveneens op een toestand tussen beide uitersten in, die van het spel. Al spelend, in de ruimste betekenis van het woord, vindt de mens in deze ‘ästhetischen Zustand’ zijn balans en is hij tot vrijheid in staat.

Honderdvijftig jaar later introduceert Nobelprijswinnaar Hermann Hesse in zijn laatste grote Bildungsroman Het kralenspel het idee van een ‘spel der spelen’, waarin de totale inhoud van onze cultuur en alle wetmatigheden van verschillende disciplines worden verwerkt en gecombineerd. We durven er onze eigen stiel in te herkennen. Want als er iets het idee van een overkoepelend, ernstig spel met alle elementen van honderden jaren cultuurgeschiedenis benadert, dan moet het wel opera zijn. Hesses uitgangspunt was dat we leven in gemeenschap met anderen en onze talenten en vaardigheden dienen te ontwikkelen ten dienste van deze gemeenschap. Hij plaatste zich bovendien in de lijn van grote denkers voor wie het bereiken van (zelf)kennis belangrijker is dan materieel gewin. En laat het nu net daar zijn waar wij ons als cultuurinstelling opperbest thuisvoelen.

Het leren leven door te leven is een constante uitdaging.

Het kralenspel en het begrip van ‘spel’ als een manier om de dichotomieën en discrepanties van het leven tegen elkaar uit te spelen: het lijkt mij een mooi kader om onze programmering toe te lichten. Ik hoop dat het seizoen 2018-19 u mag inspireren door het spirituele panorama dat het aanbiedt – een Seelenlandschaft, als bewust contrast met de vluchtige, fragmentaire wereld die ons omringt – en dat onze eeuwige zoektocht naar zelfkennis uiteindelijk mag uitmonden in schoonheid en wijsheid. Om het met de laatste woorden uit Mozarts Zauberflöte te zeggen: “De kracht heeft gewonnen en beloont de schoonheid en wijsheid met een eeuwige kroon.”

Basini
Basini © T. Brinkmann

“Meesterwerken laten nieuwe betekenissen zien wanneer we er nieuwe vragen aan stellen”, schreef Jean Starobinsky. Ik kan dit enkel onderschrijven. Het zal u daarom niet verbazen dat we de zo vaak uitgevoerde, soms platgespeelde Zauberflöte eigenzinnig wensen te interpreteren. Na zijn ensceneringen van Parsifal en Orphée et Eurydice daagt de visionaire allroundkunstenaar Romeo Castellucci ons uit om ook in Mozarts ultieme opera op zoek te gaan naar de diepere lagen. Precies de dualiteit fascineert hem. Dag vs. nacht, man vs. vrouw, rede vs. gevoel, empathie vs. blinde wraak – in dit werk vallen deze tegenstellingen samen. Of toch niet? “De stralen van de zon verdrijven de nacht”, gebiedt Sarastro, maar is de zon van zijn wereldvisie niet even verblindend als de ‘Sternenflammende’ Königin der Nacht? Deze openingsproductie wordt gedirigeerd door Antonello Manacorda, die na zijn vlammende Lucio Silla opnieuw aan de slag gaat met Mozart.

Das Schöne, das Gute und das Wahre worden in heel wat van onze opera’s bevraagd en gethematiseerd. Zo is er de langverwachte wereldpremière van Frankenstein, een opdracht van de Munt aan de Amerikaanse componist Mark Grey. Anders dan wat de films ervan maakten, vertelt de originele roman van Mary Shelley het intrieste verhaal van een wetenschappelijk gecreëerd wezen dat naar het goede streeft, maar toch het kwade doet en door zijn maker verstoten wordt. Voor zijn eerste avondvullende opera grijpt Grey terug op dit moderne Prometheus-verhaal, een filosofische reflectie op de condition humaine en de technologische mogelijkheden die de mens laten beschikken over dood én leven. La Fura dels Baus trekt deze thematiek met geavanceerde video- en audiotechnologie door naar de regie en het scènebeeld. In de orkestbak rekenen we op Bassem Akiki; de jonge Libanees-Poolse dirigent heeft zijn talent in de Munt al meermaals getoond en ziet zijn Werdegang nu een belangrijke wending nemen. Aan het theatercollectief Les Karyatides vroegen we om een nieuwe kinderopera rond de figuur van Frankenstein te presenteren.

Concertant drijven twee duivelspacten de keuze tussen goed en kwaad op de spits. Robert le Diable is de eerste Franse opera van Giacomo Meyerbeer. We brengen deze archetypische grand opéra met zijn indrukwekkende koorpassages en orkestrale schriftuur vol krachtige contrasten onder de muzikale leiding van Evelino Pidò, inmiddels een vaste gast in ons huis.

Samen met het Klarafestival presenteren we daarnaast een semiscenische versie van The Rake’s Progress. Barbara Hannigan kenden we in de Munt al van haar fenomenale zang- en acteerprestaties, nu maakt ze met Igor Stravinsky’s neoclassicistische kroonstuk haar debuut als operadirigente.

Italiaanse opera verwarmt de wintermaanden. Don Pasquale is sinds zijn creatie, exact 175 jaar geleden, uitgegroeid tot een van de meest geliefde operakomedies aller tijden. Gaetano Donizetti grijpt in dit speelse werk terug op de bekende intriges van de commedia dell’arte, maar wist de farce te ontstijgen met tijdloos-aanstekelijke muziek en personages die in hun (klein)menselijkheid herkenbaar blijven. Een kolfje naar de hand van regisseur Laurent Pelly, die samen met Alain Altinoglu en een cast belcantospecialisten voor een vrolijke afsluiter van 2018 mag zorgen. Opera in de overtreffende trap van buffo.

Arrigo Boito, de componist wiens honderdste sterfdag we in 2018 herdenken, werd vooral bekend als de drijvende literaire kracht achter Verdi’s laatste opera’s. Hij schreef ook het libretto voor Amilcare Ponchielli’s La Gioconda, in Italië de succesvolste nieuwe opera tussen Verdi’s Aida en Otello. Vandaag kennen we misschien nog de balletmuziek “La danza delle ore”, maar het volledige werk is zeker een herontdekking waard. Aan regisseur Olivier Py om het intrigerijke Venetië van de zeventiende eeuw in al zijn glorie op te roepen en aan Paolo Carignani om deze grande opera all’italiana muzikaal in goede banen te leiden. Als een van de weinige opera’s met een grote rol voor elk van de zes stemtypes is La Gioconda bijzonder veeleisend. Met twee absolute topcasts hopen we aan Ponchielli’s verwachtingen te beantwoorden.

Van Venetië naar Richard Wagner is een makkelijk bruggetje. De Duitse componist stierf immers in de Dogenstad, die in de Wagner-receptie voor altijd mythische proporties zou aannemen. Zijn Tristan und Isolde is misschien wel het grootste monument dat ooit ter ere van een onmogelijke liefde is opgetrokken. Als apotheose van de metafysische romantiek is het zo verinnerlijkt dat er in het ‘hier en nu’ eigenlijk maar weinig gebeurt. Om de stroom monologen en dialogen, waarin vooral teruggeblikt, verteld en naar het jenseits gelonkt wordt, om te zetten in beklijvende beelden brengen we cineast Ralf Pleger samen met beeldend kunstenaar Alexander Polzin. Het biedt Alain Altinoglu alle ruimte om ons volledig onder te dompelen in deze kosmische verbinding van tekst en muziek.

Een derde cluster wordt gevormd door Leoš Janáčeks Uit een dodenhuis en de community opera Push. In de ene titel overheerst de uitzichtloosheid van een gevangenenkamp, in de andere het gevoel aan de meest inhumane vorm ervan ontsnapt te zijn. Janáček stelde voor zijn laatste opera zelf het libretto samen, op basis van de semiautobiografische roman waarin Fjodor Dostojevski zijn verblijf in een Siberisch strafkamp beschrijft. De levens en verhalen van de gevangenen zijn wreed en hard, maar uit de muziek van de Tsjechische componist spreekt vooral diep mededogen en een niet te onderdrukken vitaliteit. Met de pantomime die deze outcasts in het tweede bedrijf opvoeren, lijkt Janáček te suggereren dat de mens al spelend zelfs in het meest uitzichtloze bestaan een vorm van persoonlijke vrijheid kan herwinnen. Regisseur Krzysztof Warlikowski gaat de uitdaging aan om zijn vorige memorabele Muntproducties te evenaren en slaat daarvoor de handen in elkaar met de jonge Litouwse dirigente Mirga Gražinytė-Tyla, die haar Muntdebuut maakt.

Leonelle D'Ohro
Leonelle D'Ohro © T. Brinkmann

Push is gebaseerd op het verhaal van Holocaustoverlever en Brusselaar Simon Gronowski. In 1943 werd hij vanuit de Dossin-kazerne op transport gezet richting Auschwitz, maar met één duw van zijn moeder ontsnapte hij aan het lot dat hem in de kampen te wachten stond. Deze creatie van componist Howard Moody laat de historische feiten dialogeren met andere ervaringen van gevangenen en vluchtelingen. Net als bij onze vorige community projecten doen we beroep op zowel professionelen als amateurs, van alle leeftijden en uit alle gemeenschappen.

Openen we het seizoen met Die Zauberflöte, dan ronden we even feeëriek af met Het sprookje van Tsaar Saltan. De Russische componist Nikolaj Rimski-Korsakov voelde zich hoorbaar geïnspireerd door de volkslegende die hij bij Poesjkin had gevonden en leverde een rijkgekleurde partituur mét hit af: in het zog van de “Vlucht van de hommel” laten we ons de zomer in zoemen. Alain Altinoglu kan zich net als in De gouden haan uitleven als orkesttovenaar en het is een genoegen om regisseur Dmitri Tcherniakov opnieuw te gast te hebben na zijn buitengewone Trovatore.

Opera, een overkoepelend, ernstig spel met alle elementen van honderden jaren cultuurgeschiedenis.

Dat de Munt een teamspeler is, bewijzen tal van nieuwe projecten en samenwerkingen met de culturele partners in Brussel. De seizoensstart liegt er niet om: met het Belgian National Orchestra en Bozar organiseren we een nieuwe editie van United Music of Brussels, in de marge van Die Zauberflöte cureert Romeo Castellucci op vraag van Bozar een parcours op de Citroën-site en een nieuwe samenwerking met de KVS en het Théâtre National wordt bezegeld met de coproductie van twee muziektheatervoorstellingen.

Op 4 oktober 1968 ging in de Munt L’Homme de la Mancha in première, een Amerikaanse musical in de Franse vertaling van Jacques Brel. De wereldberoemde Belgische chansonnier zou op 9 oktober 1978 overlijden. Is er vijftig, respectievelijk veertig jaar later een mooier eerbetoon denkbaar dan een nieuwe productie van deze gezongen Don Quichotte revisited? De KVS en de Munt zadelen samen hun ros om een nieuwe generatie Brusselaars te laten kennismaken met deze emblematische musical, in een regie van KVS-directeur Michael De Cock. Zijn collega van het Théâtre National, Fabrice Murgia, duikt dan weer in de dagboeken en de poëzie van de Amerikaanse dichteres Sylvia Plath. Samen met muzikante An Pierlé brengt hij Sylvia, een geslaagde kroniek van een tragisch leven.

Dans in de Munt: een mix van modern classics en vernieuwend choreografisch onderzoek.

Op vlak van dansprogrammering zijn in de Munt zijn alvast de vaste choreografen aanwezig, met uiteraard Anne Teresa De Keersmaeker en de Belgische première van haar nieuwe voorstelling op de Brandenburgse Concerten van Bach. Het Rosas-repertoire verdedigen we daarnaast ook in het Kaaitheater. Sidi Larbi Cherkaoui brengt de langverwachte reprise van Sutra, in samenwerking met jonge boeddhistische monniken van de Shaolin-tempel, en een andere Belgische choreograaf, Damien Jalet, debuteert in de Munt met zijn Japanse succesproductie Vessel.

De synergie met de federale instellingen Bozar en het Belgian National Orchestra (BNO) vindt zijn weerklank in de Beethoven-cyclus die onze concertprogrammering grotendeels zal beheersen. In juni 2018 geeft Alain Altinoglu met de Negende symfonie de aftrap van een symfonische integrale, die daarna over vier concerten wordt gespreid. In elk ervan gaat een hedendaagse creatie de dialoog aan met één van de twee Beethoven-symfonieën op de affiche. Bozar kadert deze concerten met woord en beeld, het BNO opent parallel een venster op Beethovens muzikale invloed, die tot vandaag blijft doorwerken.

Bruckner, Moesorgski, Wagner maar vooral goddelijk veel Beethoven

Omgekeerd levert de Munt een bijdrage aan de Bruckner-cyclus die het BNO start, en wel met het groots opgezette Te Deum onder leiding van Hartmut Haenchen. Alain Altinoglu opent het seizoen met Modest Moesorgski’s Schilderijententoonstelling en geeft na het succes van de vorige editie opnieuw een familieconcert. Zijn collega van het BNO, Hugh Wolff, neemt muzikanten van beide federale orkesten onder zijn hoede om in stijl af te sluiten met de hoogtepunten uit Wagners Ring.

Milkymaid
Milkymaid © T. Brinkmann

Het seizoen 2018-19 heeft alles om er een rijk kralenspel van te maken: in Mozarts opera komen verlichtingsideeën samen met algoritmisch gegenereerde 3D-sculpturen; een middeleeuwse liefdessage mondt voorbij de nachtelijke poëzie van Novalis en het filosofisch pessimisme van Arthur Schopenhauer uit in Wagners unendliche Melodie en hedendaagse installatiekunst; librettist ‘Tobbia Gorrio’ baseert La Gioconda op een stuk van Victor Hugo; achter de science-fiction van Frankenstein en de tover van Tsaar Saltan gaan ethische dilemma’s en emotionele conflicten schuil; Bachs Brandenburgse Concerten doen een postmoderne danszet; de frenetieke uithalen van Janáček zwepen Dostojevski’s gevangenen tot leven binnen het theatrale universum van Warlikowski; in de recitals en de Concertini reageren vermaarde solisten op de zetten van de concert- en operaprogrammering … Het gebeurt allemaal, in de Munt.

De kaarten zijn geschud. En toch zijn de spelmogelijkheden nog eindeloos. Het gaat erom mee te doen en al spelend meer over onszelf te weten te komen. Ik wens u daarbij vooral veel plezier.