De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

Wie is Cassandra?

Eline Hadermann
Leestijd
5 min.

‘Caught forever in these words of madness.
Trapped by pens in the minds of men.’

Cassandra (Scène 7)

In de intrigerende zevende scène van Bernard Foccroulles Cassandra vertoeft het mythologische hoofdpersonage in the library of the dead. Gelaten stelt ze er vast dat de boeken die haar omgeven niet haar volledige verhaal vertellen. Maar wie is Cassandra dan wel? Wie is de vrouw die met haar gave en vloek tot de verbeelding sprak van tal van literaire stamvaders en voortleeft in heel wat moderne (her)vertellingen - tot een nieuwe opera toe?

Caught forever in these words of madness …

Cassandra is een van de dochters van de Trojaanse koning Priamus. Als priesteres wijdt ze haar leven aan de god Apollo. In de oudste en meest gangbare versies van de mythe wordt deze god verliefd op haar en schenkt hij zijn priesteres, in een poging haar liefde te winnen, de gave om de toekomst te voorspellen. Wanneer ze echter zijn avances afwijst, kent zijn woede geen maat. Niemand, ook Apollo zelf niet, kan ooit een goddelijke gift ongedaan maken, maar met een spuw in haar mond weet hij ze wel te vervloeken: geen mens zal ooit nog Cassandra’s voorspellingen geloven. De Griekse dichter Aeschylus laat in zijn tragedie Agamemnon uitschijnen dat ze de vloek vooral aan zichzelf te danken heeft. Wanneer het koor haar vraagt waarom ze onbegrijpelijke woorden uitkraamt, wordt haar taal opeens helder: “Het is Apolloon die me zo doet spreken … (Hij) heeft gevochten om mijn liefde … Ik had hem (gemeenschap) beloofd – ik heb het niet gedaan. … Sinds ik hem heb bedrogen gelooft niemand mij nog”. Andere versies van de mythe houden de twijfel hoog over deze vermeende woordbreuk (vroeg Cassandra wel echt om die beloning?), en suggereren zelfs dat ze haar gave al bezat vóór ze Apollo ontmoette.

Aeschylus, Euripides, Seneca
Aeschylus, Euripides, Seneca

Volgens de Oud-Griekse en Romeinse epiek en tragiek kwam de vloek Cassandra en haar volk duur te staan tijdens de Trojaanse oorlog. Niet alleen voorspelde ze tevergeefs dat het huwelijk van Paris en Helena uiteindelijk de stad zou doen branden, ook wanneer de ultieme list van de Grieken voor de Trojaanse stadspoorten stond, waarschuwde Cassandra dat het reusachtige houten paard beter niet werd binnengetrokken. Volgens Vergilius doet Cassandra haar ongeluksvoorspellingen al roepend, in een soort van trance. Die karakteriseert haar eveneens in de tragedies over haar lotgevallen na de oorlog. Zo vertelt Euripides in Trojaanse Vrouwen hoe Cassandra en haar moeder Hecabe één voor één worden weggevoerd. Cassandra’s ontvoering is gewelddadig: nadat hij haar eerst nog heeft aangerand, sleurt de Griekse held Ajax haar bij de haren uit de tempel van Athene – om haar nadien door de Myceense koning Agamemnon te laten meevoeren naar diens koninkrijk. Cassandra, die in Euripides’ tragedie door verschillende personages als “bezeten” en “gek” wordt bestempeld, betreurt haar lot echter niet en roept tot ieders verbazing op om te dansen, waarna ze op een verwarrende manier voorspelt hoe Agamemnon en zijzelf zullen sterven bij aankomst in Mycene:

“Als god bestaat word ik voor de gevierde Agamemnon een verschrikking – erger dan Helena: ik vermoord hem. Ik roei zijn familie uit … De gruwel … nee. Ik zwijg over de gruwel. Geen verhaal over de bijl die door mijn keel zal gaan (en die van iemand anders)”.

Die voorspelling wordt bewaarheid in Aeschylus’ en Seneca’s tragedies Agamemnon, waarin de moord op deze Griekse koning centraal staat. Eenmaal thuis wacht hem immers een wraakzuchtige echtgenote op, die niet vergeten is dat hij hun dochter Iphigineia geofferd had om met een gunstige wind naar Troje te kunnen afvaren. Nu zal zij Agamemnon offeren – en met hem zijn nieuwe slavin. Wanneer Cassandra voet aan wal zet in Mycene, voorspelt ze haar nakend levenseinde als een krankzinnige vrouw, die “in zwijm” is, “trilt met wankelende nek” en voorspellingen doet “uit wilde razernij” – aldus Seneca. Haar eigen dood mag Cassandra klaarhelder voor ogen staan, ook deze voorspelling wordt nooit serieus genomen door de omstaanders in de tragedie. In Aeschylus’ versie reageert het koor immers verward, zegt het dat het haar niet begrijpt, en legt het de tragische vloek die haar tot het einde van haar dagen teistert nog eens haarfijn uit: “Wij weten dat u kunt voorspellen – vrouw. Maar wij wensen uw voorspelling niet te horen”.

… trapped by pens in the minds of men.

In moderne hervertellingen van de mythe taant die stereotype karakterisering van Cassandra als een waanzinnige, orakelende vrouw geleidelijk, en treedt vooral het ‘niet willen horen’ van de omstaanders op de voorgrond. Zo laat de roman A Thousand Ships (2019), waarin de Britse schrijfster Natalie Haynes de Trojaanse oorlog vertelt vanuit het perspectief van alle vrouwelijke personages, ons kennismaken met een heel wat serenere Cassandra. In deze versie roept ze niet, maar fluistert ze, vooral uit angst voor de reacties van haar familie. Die blijkt evenwel onterecht: geen enkele keer wanneer Cassandra over één van haar visioenen mompelt, kijkt iemand op of maakt er iemand aanstalten om naar haar te luisteren. En wanneer haar voorspelling noodgedwongen uitkomt, is Haynes heel duidelijk over de intrinsieke onverschilligheid van de Trojanen: “Somehow they all forgot that Cassandra had told them this was coming and they persuaded themselves that she had claimed something completely different”.

In zijn populaire adaptatie Troy drijft Stephen Fry dit aspect nog verder op de spits. In de beroemde scene waarbij de Trojanen twijfelen of ze het houten paard al dan niet moeten aanvaarden, gaat het debat kalmpjes door, alsof Cassandra niet gefrustreerd roept hoe de inhoud van het paard uiteindelijk voor de vernietiging van hun stad zal zorgen. Geen blik, opgetrokken wenkbrauw of andere notie van aanwezigheid wordt haar gegund. En ook bij Fry is een feministische toets niet ver weg: wanneer Apollo zich wil vergrijpen aan Cassandra’s schoonheid, spreekt ze in ferme 21ste-eeuwse termen: “No! I do not consent!”.

Het traject dat Cassandra sinds de klassieke literatuur heeft afgelegd – van tragisch, hysterisch figuur tot iemand die haar agency probeert terug te nemen – en het bewustzijn van de male gaze die haar historisch gezien heeft gedomineerd, heeft ook het artistieke team van Cassandra geïnspireerd. “In sommige klassieke bronnen wordt Cassandra niet geloofd omdat ze gek zou zijn; in andere bronnen lijkt ze gewoon een vreemde taal te spreken” legt dramaturg Louis Geisler uit. “Hoe dan ook, het is altijd Cassandra die de schuld krijgt, beschuldigd van hysterie of schaamteloosheid, simpelweg omdat ze zich durft uit te spreken. In een soort collectieve ontkenning willen haar gesprekspartners haar niet horen, laat staan begrijpen, misschien omdat ze diep van binnen het gevoel hebben dat haar voorspellingen juist zijn”.

Bovendien zagen de makers ook parallellen met de jonge, overwegend vrouwelijke milieuactivisten van vandaag. Ook zij zien hun oproepen tot actie doorgaans weggezet worden als vrouwelijke hysterie en jeugdige naïviteit. Die tragiek heeft het artistiek team getransponeerd naar een moderne tegenhangster van Cassandra: klimaatwetenschapster Sandra. Zij doet aan stand-upcomedy om haar klimatologische inzichten te verspreiden. Met humor probeert ze gehoord én geloofd te worden, maar vooral ook mensen aan te zetten tot actie. Wanneer Cassandra’s vloek ook boven Sandra’s leven lijkt te hangen en hun lot uiteindelijk dreigt samen te vallen, zijn we getuige van een ultieme ontmoeting tussen de twee vrouwen – voorbij de grenzen van tijd, ruimte en waarachtigheid. Daar drukt de verschijning van Cassandra haar op het hart dat zij, verlost van de spuwende goden, alles in handen heeft om meer te doen dan bewustmaking alleen:

“But now, Sandra, there is no god to spit in your mouth. No, no-one ever, will take your voice away”.

Daarmee spreekt Cassandra niet alleen haar moderne tegenpool, maar ons allemaal toe. Met de boodschap dat we anno 2023 nog altijd de mogelijkheid hebben om de klimaatproblemen van heden en toekomst aan te pakken, voegt de opera Cassandra een extra dimensie toe aan het mythologisch personage waarop hij gebaseerd is: Cassandra personifieert vanaf nu niet alleen de tragiek, maar ook de hoop dat haar vloek alsnog kan worden gebroken.

Bronnen

  • Vergilius, Publius Maro. Het verhaal van Aeneas, vertaald door D’Hane-Scheltema. 2012, Athenaeum – Polak & Van Gennep.
  • Seneca, Lucius Annaeus. Agamemnon, vertaald door Piet Schrijvers. 2015, Historische uitgeverij Groningen.
  • Euripides. ‘Trojaanse vrouwen’ uit De Grieken: Oorlog. Vertaald door Johan Boonen. 2016, Bebuquin.
  • Aeschylus, ‘Agamemnon’, uit De Grieken: Oorlog. Vertaald door Johan Boonen. 2016, Bebuquin.
  • Haynes, Nathalie. A Thousand Ships. 2021, Picador.
  • Fry, Stephen. Troy. 2021, Chronicle Books (E-book).