De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

De herrijzenis van 'Lulu'

Een handleiding

Thomas Van Deursen
Leestijd
8 min.

Negen jaar na de creatie een productie terug tot leven wekken, hoe gaat dat eigenlijk in zijn werk? Een blik op het monnikenwerk dat voorafgaat aan een reprise: van de decors tot de kostuums, van de vorige dernière tot de komende première.

We schrijven dinsdag 30 oktober 2012. Het publiek stroomt uit over de Brusselse trottoirs. De echo van hun applaus galmt nog na in de gangen van de Munt. En terwijl de cast, de crew en enkele bevoorrechte toeschouwers het einde van de productie vieren in de Grote Foyer, verzamelen de kleders en kleedsters de kostuums. Diezelfde avond nog en de volgende dag zullen ze worden opgekalefaterd, om vervolgens naar het magazijn te vertrekken.

DE COMEBACK VAN DE TUTU'S

Dat kostuummagazijn bevindt zich op de vierde, vijfde en sinds kort ook zevende verdieping van onze Ateliers. “Hier vind je een grote hoeveelheid kleding, in rijen ingedeeld volgens type, zoals broeken of jurken”, legt verantwoordelijke Maud Veder uit. “De kleding wordt gebruikt voor repetities of als referentie bij het maken van bepaalde kostuums.” In het gedeelte op de bovenste verdieping vind je de producties die in aanmerking komen voor eventuele tournees of reprises, voor ze worden gedeclasseerd of verkocht. De kostuums hangen ofwel aan kleerhangers in garderobekisten, voor het geval ze mee op reis gaan, ofwel in flightcases, als ze in de Munt blijven. “We gaan erg ver om de kleding in goede staat te houden”, zegt Maud. “We beschikken over een geavanceerd ventilatiesysteem en voldoende plaats, zodat de stof kan ademen. De kleding wordt ook beschermd tegen daglicht, om de kleuren mooi te houden, en behandeld tegen motten. Onze opbergmethodes laten toe om ze gemakkelijk terug te vinden en te voorkomen dat ze beschadigd raken. Voor de meer complexe stukken bedenken we verpakkings- of onderhoudsoplossingen op maat.”

De jurken, hemden en vele tutu's van Krzysztof Warlikowski's Lulu lagen dus bijna negen jaar in ons magazijn voor ze in mei werden uitgepakt. Om de glamoureuse wereld van de Poolse regisseur en ontwerpster Małgorzata Szczęśniak op te luisteren, werden zo'n 57 kostuums gemaakt. Ze vonden hun weg naar de ateliers voor onderhoud. “Na zoveel jaar zijn sommige stoffen te oud om nog hersteld te worden”, zegt Arabelle Poels, de kostuumassistente die instaat voor de productie. “Er zijn ook veranderingen in de bezetting op het podium. En voor mensen die terugkomen, moeten we controleren of de maten van toen nog kloppen. Bepaalde borduursels met kraaltjes of bloemenversieringen zijn geplet en kunnen een opfrisbeurt best gebruiken. Maar over het algemeen zijn de kostuums van de voorstelling niet te veel beschadigd.”

EEN HUIS DAT VERANDERT

Ten tijde van de productie was de videoafdeling van de Munt nog maar net opgericht. Een zegen voor de filmfanaat in Warlikowski, die voor de compositie van zijn scenische tableaus ook graag teruggrijpt naar projecties. Negen jaar geleden maakte Denis Géguin samen met onze teams de video's voor Lulu. Ze sloegen ze op twee verschillende manieren op: op een open access archiefserver van verschillende gigabits voor de lopende producties, en op een digitaal cassettesysteem voor oude bestanden.

Toen de voorstelling werd hernomen, dook de video-afdeling in het beeldenarchief en analyseerde ze de oude beelden om te zien welke nog bruikbaar waren en welke opnieuw moesten worden opgenomen, vooral vanwege de castwissels. De fragmenten met de jonge meisjes die in 2012 als ballerina-figurant op het podium stonden, zijn bijvoorbeeld niet langer bruikbaar. Een ander aspect waar rekening mee moest worden gehouden: de veranderingen in het productiesysteem van ons huis. Dreigt de technologische evolutie te zichtbaar te zijn? Zal dat de kwaliteit van de projecties beïnvloeden? Het zijn vragen die de teams bijna beeld per beeld moesten beantwoorden.

© Pieter Claes

De afgelopen jaren maakte de Munt nog een andere omwenteling door die een heel concrete impact heeft op deze heropvoering. Van 2015 tot 2017 verhuisden we onze voorstellingen naar een tent op het terrein van Tour & Taxis, zodat het Theater ingrijpend kon worden gerenoveerd. We pakten het verluchtingssysteem aan, vervingen de verlichting en de rode fauteuils door identiek nagemaakte exemplaren, installeerden elektrische hydraulische liften voor het verplaatsen van grote structuren en, hier vooral van belang: we brachten de helling van het podium terug van 4% tot 0%. Alle decors van Lulu waren echter drie jaar eerder gebouwd, vóór aanvang van de werken, en bijgevolg aangepast aan die 4% helling, die onze huidige montageteams nu dus moesten compenseren.

Negen jaar lang hebben die decors braafjes gewacht in een container in Antwerpen. Volgens Julien Vergieu, een van onze gespecialiseerde schrijnwerkers, wordt alles voorzichtig opgeborgen. “Maar toch staan we nog altijd voor verrassingen. Onderdelen zijn soms kapot of verdwijnen.” Daarom worden de decors voor de heropvoeringen uitgepakt en vervolgens enkele weken voor het begin van de repetities een eerste keer gecontroleerd en in elkaar gezet in de montageruimte. Na controle van hun staat worden de decorelementen opnieuw verdeeld over onze verschillende ateliers voor eventuele renovatie. Te midden van het kabaal van hamers en moersleutels werd de grote glazen kamer, die een belangrijk deel van Lulu's dramaturgie uitmaakt, pas opnieuw in elkaar gestoken nadat de verroeste frames van het metalen geraamte met een slijpschijf waren aangepakt. Zodra dat was gebeurd, werd de verrijdbare basis van drie bij vijf meter geïnstalleerd door een team van vier mensen. De andere delen werden vervolgens opgetild met behulp van een systeem van haken en gemotoriseerde, op afstand bediende katrollen. Alles werd in een halve dag in elkaar gezet met behulp van tekeningen van de eerste reeks voorstellingen.

VELE MAPPEN

Logekaarten, productietekeningen, digitale bestanden, labels, plannen … De heropvoering van een opera zoals Lulu wordt mede mogelijk gemaakt dankzij verschillende invoer- of archiveringssystemen, verdeeld over de verschillende afdelingen. Sommige mappen met deze documenten erin blijven nog verschillende jaren in de Ateliers van de Munt voor een productie wordt gedeclasseerd.

© Simon Van Rompay

DIEREN EN HAREN

Als u de voorstelling eerder hebt gezien, herinnert u zich misschien het ongemeen intense moment waarop Lulu op het podium haar haar laat knippen. Voor Barbara Hannigan werden er toen negen pruiken gemaakt. Dat werk moest nu worden overgedaan, op basis van productiefiches, foto's van toen en maten die bij de zangeres werden genomen. Er werd ruim van tevoren aan begonnen, wetende dat één pruik 80 tot 130 uur handwerk kost.

© Pieter Claes

De andere hoofdtooien, die al in juni waren geïnspecteerd, werden in augustus bovengehaald en aan haakjes gehangen. Steve Callut, die de leiding heeft over de heropvoering, licht toe: “De pruiken voor de terugkerende solisten zijn bewaard gebleven. We hebben ze opgediept, gewassen en weer gekapt. Voor de nieuwe solisten moesten we in onze stocks kijken of nieuwe pruiken maken.” Voor het personage van Lilly Jørstad bijvoorbeeld, die een hanenkam draagt, hebben we nieuwe maten genomen. Het kapsel wordt geplaatst op een valse schedel van silicone op tule. In tegenstelling tot andere materialen kan die voor de hele productie worden gebruikt. Na afloop van elke voorstelling is de gelijmde tule beschadigd. Ze wordt schoongemaakt op een kop die wordt gemodelleerd op basis van de maten van de solist. Daarvoor gebruiken we spelden en een nat lint dat op de randen wordt gespijkerd.

Net als de decors werden alle rekwisieten van de productie – dus alle voorwerpen die de cast op het podium gebruikte, van het grootste tot het kleinste – na de laatste voorstelling in 2012 zorgvuldig ingepakt en voor het grootste deel naar een Antwerpse container gestuurd. De meest fragiele voorwerpen bleven in de Ateliers van de Munt. In juni werd voor de eerste keer gekeken hoe ze eraan toe waren om na te gaan hoeveel restauratie er nodig was. “In geval van verlies worden de cue sheets, de inventarissen, de originele ontwerpen en de fabricagegegevens als referentie gebruikt”, vertelt Isabelle Courbet, hoofd van de afdeling rekwisieten. Naast een aanzienlijke hoeveelheid matrassen en kleine voorwerpen die in een metalen koffer werden bewaard, maakten onze teams voor Lulu een eigen dierenverzameling, met onder meer een krokodil, een giraffe, een gorilla, een beer en een leeuw.

De staart van die leeuw werd bijvoorbeeld gerepareerd door een metalen staaf aan de achterkant van de structuur te bevestigen met behulp van opzwellend schuim dat zo de holtes opvult. Daarna ging er verstevigende stopverf op en werd alles geschuurd en geschilderd. Dat nam ongeveer een dag in beslag.

© Pieter Claes

Terwijl ik dit schrijf, roept het bewonderenswaardige werk van mijn collega's op het gebied van creatie en bewaring, van herinnering en restauratie, de paradoxen op van het verstrijken van de tijd. De terugkeer van Lulu heeft iets weg van een bijna tien jaar durende marathon van zorg, die enkele weken voor de tweede première uitloopt op een sprint. Voor wie in 2012 al deel uitmaakte van het avontuur, op het podium, in de zaal of backstage, lijkt de opera van Berg iets van gisteren te zijn, tot een ander leven te behoren. Zijn herrijzenis, zoveel jaar later, toont ons op een heel concreet, menselijk niveau dat de tijd niet stilstaat in ons huis, waar zoveel knowhow is verenigd.