De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

L’Enfant et les sortilèges

Korte inhoud

Geneviève Lièvre & Thomas Van Deursen
Leestijd
5 min.

Lees de synopsis van Maurice Ravels L’Enfant et les Sortilèges, verrijkt met anekdotes over de ontstaansgeschiedenis van de opera.

EERSTE DEEL

In het huis

Een kind dat in zijn kamer huiswerk moet maken, denkt er alleen maar aan om kattenkwaad uit te halen. Zonder zich af te vragen waarom het zo ondeugend is, reageert zijn moeder met verwijten, berispingen en straffen op zijn brutaliteit en koppige stilzwijgen, en ze roept het kind op om na te denken.

Het autoritaire optreden van de moeder wekt bij het kind vernielzucht en woede, die het uitwerkt op alles rondom zich: huisgerei, meubels en dieren. Door alles en iedereen radicaal en gewelddadig af te wijzen voelt het zich “vrij en stout”. Maar dan komen zijn slachtoffers als betoverd tot leven: ze beginnen te spreken, en het kind krijgt steeds zwaardere verwijten te horen.

De groteske dans van de fauteuil en de stoel, die zich over het kind beklagen zonder er al te veel aandacht aan te schenken, wekt bij het kind aanvankelijk vooral verbazing op, maar die maakt algauw plaats voor bezorgdheid door de ontreddering van de Klok en vervolgens angst voor de dreiging van het Vuur.

De pastorale figuurtjes van het stukgescheurde behangpapier vertellen over hun verlangen naar elkaar nu ze gescheiden zijn; het roept bij het kind een gevoel van droefheid en eenzaamheid op. De prinses versterkt dat gevoel door het kind te laten inzien dat zij zijn eerste geliefde is, maar niet langer haar koene redder kan zijn omdat het sprookjesboek verscheurd is. Wanneer zij verdwijnt, is het kind zo bedroefd dat het er poëtisch van wordt en de prinses vergelijkt met “het hart van de roos”.

De rekenkunde, in de figuur van een knarsend oud mannetje vergezeld van een groep getallen, profiteert van de neerslachtigheid van het kind om het tot op de rand van de waanzin te brengen met foute sommen. De kater, die zijn liefde wil gaan uitmiauwen onder de sterren, haalt het kind uit zijn opsluiting en neemt het mee naar een plek waar het het speeltje zal zijn van andere betoveringen.

Colette en Ravel

Anno 1900, in het Parijse salon van Marguerite de Saint-Marceaux, deed niets vermoeden dat de twee mensen die er zouden kennismaken ooit samen een opera zouden creëren. Hij was bedeesd, zij vond hem wat afstandelijk – al gaf Colette later toe dat ze meteen gefascineerd was door Ravels unieke, speelse en sensuele artistieke taal. Pas veertien jaar later kruiste hun pad opnieuw: Colette schreef op vraag van de directeur van de Opéra de Paris in recordtempo een poëtisch scenario, Ballet pour ma fille. Toen men haar voorstelde om Ravel de muziek te laten componeren, reageerde ze enthousiast. Ravel stemde in, maar meldde zich kort nadien voor het front in Verdun…

TWEEDE DEEL

In de tuin

Het kind voelt zich opgelucht als het in de tuin komt, maar ook daar blijkt men redenen te hebben om zich te beklagen: het kind heeft in de boom gekerfd, het heeft de heren libel en vleermuis van hun levensgezellin beroofd… De eekhoorn, die in zijn kooi geprikt werd met de pen – symbool van het huiswerk –, geeft de onbezonnen kikker een lesje in voorzichtigheid en richt een lofzang op de vrijheid tot het kind.

Het kind wordt vertederd, ziet in hoe wreed het is geweest en wat daarvan de gevolgen zijn. Terwijl de kater en de kattin minnekozen, spelen de bewoners van de tuin zonder het kind. Wanhopig roept het “Mama!”. Die kreet brengt bij de dieren paniek en wraaklust teweeg. Zij worden op hun beurt gewelddadig: in hun strijd om het kind te ‘straffen’ verwonden ze tot hun grote schaamte een jonge eekhoorn.

Wanneer het kind de gewonde eekhoorn helpt, krijgt het vergiffenis van de dieren. Zij zijn niet in staat om de verwondingen te verzorgen die ze het kind hebben aangedaan, maar brengen het met vereende krachten naar huis. Ze doen hun best om op hun beurt “ma-ma” te roepen en troosten het kind met een koorzang waarin ze het goed, braaf en lief noemen.

Colette en Ravel (II)

Na de oorlog raakte het project L’Enfant et les Sortilèges niet meer terug op de rails. Ravel had zware gezondheidsproblemen opgelopen en verloor in diezelfde periode zijn moeder, wat hem lange tijd tot stilte en afzondering noopte. Pas twee jaar later, met hernieuwde moed en creatiedrang, schreef hij opnieuw naar Colette, in een beleefde maar aarzelende poging om de samenwerking weer op te nemen:

Beste Mevrouw,
Terwijl u aan Rouché liet blijken dat u mijn stilzwijgen betreurde, vroeg ik mij – vanuit mijn verre, besneeuwde eenzaamheid – af of u nog wel wilde samenwerken met zo’n tekortschietende partner. Mijn gezondheid is mijn enige excuus: lange tijd heb ik gevreesd dat ik niets meer zou kunnen doen. Maar blijkbaar gaat het beter, want de zin om te werken lijkt terug te keren. Hier kan ik dat niet, maar zodra ik terug ben, begin april, wil ik er opnieuw aan beginnen – eerst en vooral aan onze opera…

Zes jaar later, op 21 maart 1925, ging het werk in première in de Opéra de Monte-Carlo. Ravel en Colette waren intussen vijftigplussers — maar hun gezamenlijke verbeeldingskracht bleek de tand des tijds te hebben doorstaan...

Deze synopsis is afkomstig uit een programmaboek dat in 2001 door de Munt werd gepubliceerd, naar aanleiding van een coproductie met de Opéra national de Lyon. Het wordt gepubliceerd met hun vriendelijke toestemming.

Vertaling: Jeroen De Keyser