De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

Een concerto voor de linkerhand ... en voor Oekraïne

Illia Ovcharenko speelt Bortkiewicz

Jasper Croonen
Leestijd
5 min.

‘Vroeger was ik altijd nerveus vlak voor ik op scène stapte. Nu denk ik aan mijn familie en vrienden die in Oekraïne gebleven zijn. Moeten leven met de wetenschap dat er elk moment een bom kan vallen, dat plaatst de term “stress” in perspectief...’ Uiteraard is pianist Illia Ovcharenko voortdurend bezig met de situatie in zijn thuisland. Van achter zijn klavier probeert ook hij iets bij te dragen, door de soms verbluffend mooie muziek van zijn landgenoten in de kijker te zetten. Tijdens het concert Don Juan stelt hij Sergei Bortkiewicz aan u voor.

Voor Illia Ovcharenko was 2022 bijzonder conflicterend. Net het jaar waarin hij zijn thuisland zag meegesleurd worden in het bloedigste conflict uit zijn recente geschiedenis, werd voor hem persoonlijk het jaar van de grote doorbraak. De slechts 21-jarige pianist – toen al winnaar van meer dan 20 pianowedstrijden – zette in december het prestigieuze Honens-concours op zijn palmares en maakte een week geleden zijn debuut in Carnegie Hall. ‘Het is inderdaad allemaal levensveranderend geweest, en ik geloof dat de tragiek en de successen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.’

Op welke manier?

Illia Ovcharenko: Alles wat ik de afgelopen maanden bereikt heb, draag ik op aan mijn vrienden en mijn familieleden die nog steeds in Oekraïne zijn. In het begin, vlak na het uitbreken van de oorlog, had ik het te moeilijk om op opnieuw op het podium te kruipen. Maar als je dan voelt hoe je familie thuis je – zelfs in deze situatie – ondersteunt en trots is op wat je doet, dan kan je niet anders dan daar kracht en inspiratie uit te putten. En ik slaag er blijkbaar in om dat surplus ook over te brengen op het publiek, want plots is alles snel gegaan. Dezer dagen struikelen de concertvoorstellen en interview-aanvragen over elkaar. Intens, maar het voelt goed dat ik zo mijn verhaal kan doen en over mijn cultuur kan praten.

En dus ook over Sergei Bortkiewicz.

IO: Ja, of over Levko Revoetski, Valentyn Sylvestrov… Zonder deze tragische gebeurtenissen zouden deze kunstenaars misschien nooit de aandacht krijgen die ze weldegelijk verdienen. Door hen te spelen, wil ik het Oekraïense repertoire promoten. En Bortkiewicz is daar voor mij echt een van de uithangborden van. Hij werd geboren in Charkov, waar nu volop gestreden wordt. Na de Russische Revolutie in 1917 vluchtte hij naar Wenen, waar hij zich inschreef in de Europese laatromantiek. Ik snap echt niet waarom hij zo weinig uitgevoerd wordt. De wereld moet hem leren kennen, daarna mag iedereen er wat mij betreft zijn mening over vormen.

Waar iedereen vandaag wel al zijn mening over heeft gevormd, is de vraag of Russische werken vandaag nog gespeeld kunnen worden. Wat is jouw standpunt hierover?

IO:Tijdens de finale van de Honens Competition, waarvoor ik mijn repertoire twee jaar geleden al heb moeten indienen, stond het Eerste pianoconcerto van Tsjajkovski op mijn programma. Dat was voor mij bijzonder moeilijk en pijnlijk; het Russische regime gebruikt het soms echt als een alternatief volkslied - recent nog tijdens de Olympische Spelen bijvoorbeeld. In de huidige situatie is dit geen stuk dat ik zou kiezen om uit te voeren. Maar voor componisten als Prokofjev (geboren in Oekraïne) of Rachmaninov, die in 1917 zelf vluchtte voor het Russische regime, is de situatie niet zo eenduidig. Vandaag zie ik het echter als mijn belangrijkste missie om die grote Oekraïense componisten te promoten die, ondanks de kwaliteit van hun werk, altijd veel minder aandacht hebben gekregen.

Wat maakt Bortkiewicz’ Tweede pianoconcerto voor jou zo bijzonder?

IO: Het heeft dat typische, laatromantische temperament; het eerste deel is ook letterlijk een ‘allegro dramatico’. De structuur is intrigerend en bijna lisztiaans van opbouw: het lijkt in één beweging geschreven, maar laat de uitvoerder evengoed de keuze om het duidelijk op te delen. Er is ook dat ene thema dat onmiddellijk blijft hangen, en de cadenza’s coveren het volledige expressieve bereik van de piano. Je kan er als pianist echt heel veel in kwijt. Daarbij komt dan ook nog eens dat het een concerto voor de linkerhand is, dat je dus maar één hand mag gebruiken. Bortkiewicz schreef het speciaal voor een pianist die in de Eerste Wereldoorlog zijn rechterarm was verloren: Paul Wittgenstein.

Net als Ravel, Korngold en Britten...

IO: Dit is veel dramatischer. Ik heb Ravel ook al gespeeld, ken het stuk van Britten erg goed, en persoonlijk vind ik dat Bortkiewicz de tragiek van de oorlog veel beter weet te vatten. Ook daarom voelt het zo juist om zijn werk net nu zelf uit te voeren. Het matcht volledig.

Hoe gaat een tweearmige om met die gedwongen beperking?

IO: Ja, ik kan hem gelukkig gewoon op mijn schoot leggen (lacht). Het is echt een ongelofelijke uitdaging die je moet overwinnen. Het is vooral een kwestie om de repetities fysiek goed aan te pakken. Voor je het weet speel je je linkerhand kapot. Ik zal geen namen noemen, maar de carrière van een héél bekende pianist stond enkele jaren terug even on hold omdat hij het Pianoconcerto voor de linkerhand van Ravel fout aan het repeteren was. Dus ik heb het vooral heel consciëntieus aangepakt. Eerst heb ik de partituur grondig geanalyseerd om te kijken waar de zwaartepunten van het stuk zitten. Waar al mijn energie naartoe moet gaan. Vervolgens heb ik een professor in New York om advies gevraagd over mijn positie achter het klavier, de houding van mijn hand... Als je dat niet juist aanpakt ben je gedoemd om je te blesseren. Je komt daar misschien nog mee weg als je iets één of twee keer moet spelen. Maar niet als je dit soort werk dagen aan een stuk moet repeteren.

Dat je dit Oekraïens repertoire speelt, wordt in Brussel nog extra bijzonder, want honderden landgenoten van je zullen dit concert gratis bijwonen. Wat wil je hen met dit concerto meegeven?

IO: Ik hoop vooral dat het een fijne, gezamenlijke ervaring wordt. Dat deze muziek hen mag raken, fijne herinneringen aan hun thuisland mag opwekken, en een boodschap van hoop kan zijn. Want als ze nu in Brussel zijn, betekent dat dat ze al een jaar niet thuis zijn. Laat dit concert een teken zijn dat er betere dagen aanbreken.