De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

Véronique Gens

Diep in de nacht

Thomas Van Deursen
Leestijd
7 min.

De liefde, de droom, de nachtmerrie, het feest: aan de hand van deze vier sleutelwoorden licht Véronique Gens haar aanstaande liedprogramma toe en spreekt ze honderduit over wat haar 's nachts wakker houdt...

Amour

Volgens schrijver, journalist en filosoof Christopher Hitchens is er geen ander onderwerp dan de liefde. Bent u het met hem eens?

De liefde is universeel. Het is een van de meest wezenlijke dingen die zin geven aan ons leven, als kind, als jongere en als volwassene. Dat kan je op tal van manieren tot uitdrukking brengen. Uiteraard hebben we het in de muziek vaak over de liefde, over de vreugde en de pijn die ermee gepaard gaan. Ook in mijn recital komt dit thema naar voren. Je kan het er dagenlang over hebben...

Hoe wordt dit thema muzikaal doorgrond in de stukken die u gekozen hebt?

Dit programma is er vooral gekomen omdat ik wou zingen met een strijkkwartet en een piano, de vereiste bezetting van Ernest Chaussons Chanson perpétuelle. Samen met het ensemble I Giardini zijn we toen op zoek gegaan naar andere stukken die dit lied konden aanvullen, zoals de Nocturne van Guillaume Lekeu. Net als bij al mijn recitals wou ik daarbij voldoende afwisseling tussen bekende en minder bekende stukken. We zijn erin geslaagd de perfecte balans te vinden en konden de liederen volledig vrij kiezen – een luxe! Het gaf me de kans om de instrumentale stukken te ontdekken die elk van deze partituren ten volle tot haar recht laten komen, bijvoorbeeld de heel intense Quatre poèmes van Ropartz, waarvan ik het derde zing: “Ceux qui parmi les morts d’amour”.

Van welke muziek hield u het meest als kind?

Ik kom niet uit een familie van muzikanten. Voor mij is alles begonnen toen ik bij een kinderkoor ging. Door zelf te zingen heb ik voor het eerst ervaren hoe ontroerend muziek kan zijn. Vooral tijdens de nieuwjaars- en kerstconcerten eigenlijk, die bovendien ook vaak uitdagend waren; ik leerde er voor het eerst om te gaan met de verantwoordelijkheid van een zangsolo. Daarna, toen ik ouder werd, heb ik de wereld van de klassieke muziek en de opera ontdekt, toen ik Margaret Price "Dove sono" hoorde zingen, de grote aria van de Contessa in het derde bedrijf van Mozarts Le nozze di Figaro. Een echte schok, er ging een hele wereld voor me open.

Wat trekt u zo aan in het format van het recital en dan vooral een recital met een minder traditionele begeleiding?

Er is voor een zanger of zangeres geen moeilijkere uitdaging dan een recital. Het publiek is enkel voor jou gekomen. Geen pruiken, geen kostuums, geen decors, geen enscenering. Het vertrouwen dat het publiek je schenkt, door naar je te komen luisteren in een setting zonder franjes, is beangstigend. Daar staat dan weer tegenover dat dit genre je totale vrijheid biedt.

Mijn vertrouwde pianiste Susan Manoff en ik vertrouwen elkaar blindelings in de keuze en de interpretatie van de liederen. Hier is er dan nog het strijkkwartet. Dat biedt me de ondersteuning als van een klein orkest zonder dat ik het moet trachten te overstemmen. Ik heb me zelden zo goed gevoeld, vooral omdat de muzikanten van dit strijkkwartet zo goed naar elkaars spel luisteren. Een geweldige en geruststellende ervaring, waardoor ik het beste van mezelf kan geven. We hebben de beleving van dit recital trouwens nog kunnen doortrekken door het op cd op te nemen bij Alpha Classics, dat alle vertrouwen in ons had. Ik wil hen hierbij trouwens graag bedanken voor hun steun.

Wat zingt u het liefst?

Ensembles, want ik zing graag met anderen. Ik houd van die interactie, van blikken uitwisselen, reageren op de inbreng van de andere. Dat heb ik mogen meemaken met Les Arts Florissants, waar luisteren en respect centraal staan. Muziek is hoe dan ook een gedeelde ervaring en daarom houd ik er zo van.

Waar houdt u van in uw stem?

Ik kan absoluut niet objectief zijn als ik naar mijn eigen stem luister. Niets klinkt zoals ik dat hoor in mijn hoofd. Dat is geen pretentie, maar ik wil altijd beter doen. Het drijft me om een ideaal na te streven dat, per definitie, heel moeilijk te bereiken is.

Wat bevalt u aan de nacht?

In principe is dat een periode van rust, waarin we onszelf vernieuwen. Ik zeg dat nu, maar zelf lijd ik aan slapeloosheid. Als ik niet kan slapen, haal ik een partituur boven en begin ik eraan te werken. En als ik te moe ben, kijk ik graag naar een serie. Het is beangstigend om niet in slaap te kunnen vallen als je moet zingen. Anne Sofie von Otter zegt altijd dat je minstens negen uur moet slapen om je stem voldoende te laten rusten.

Ik heb nooit moeten dromen, omdat wat ik meemaakte even magisch en uitzonderlijk was als een droom.

Rêve

Droomde u er altijd van om zangeres te worden of is dat meer van nature gegroeid of misschien zelfs onverwacht gekomen?

Het was geen roeping, gewoon iets wat ik graag deed. Door solo's te zingen in de verschillende koren waar ik lid van was, ben ik gaan studeren aan het Conservatorium van Orléans, mijn geboortestad. Daar heb ik auditie gedaan voor William Christie en die heeft voor mij de deuren geopend naar het Conservatoire National de Musique van Parijs. Daarna heb ik deelgenomen aan de befaamde productie Atys van Lully, in een regie van Jean-Marie Villégier, die internationaal furore heeft gemaakt en een comeback betekende voor de barokmuziek.

Hebt u na zo'n mooie carrière nog dromen die u graag wilt waarmaken?

Ik ben in mijn carrièrekeuzes altijd heel pragmatisch geweest ten opzichte van wat ik kan, en heb nooit gedroomd van extravagante dingen. Dat klinkt misschien vreemd, maar ik heb nooit professionele plannen gemaakt, heb me altijd laten leiden door ontmoetingen en door mijn instinct, door het wederzijdse vertrouwen dat je kunt opbouwen met andere artiesten. Ik heb nooit moeten dromen, omdat wat ik meemaakte even magisch en uitzonderlijk was als een droom.

Herinnert u zich uw dromen?

Ik droom niet of nauwelijks en kan me die dromen nooit herinneren. Behalve soms als ik pas wakker ben, maar dan zijn dat nooit aangename dromen.

Cauchemar

Voor dit deel van het programma wordt het gevoel van een nachtmerrie opgeroepen met veel melancholie ... Hoe komt de angst die gewoonlijk gepaard gaat met nachtmerries op een subtielere manier naar voren in deze stukken?

In het algemeen zijn Franse liederen doordrongen van een zekere droefheid, een zekere melancholie, maar altijd met een vleugje zachtheid. In het Duitse repertoire zijn die gevoelens vaak heftiger, intenser, extremer. Uiteindelijk hebben we het hier over dezelfde onderwerpen, maar met een romantische meegaandheid, een vorm van terughoudendheid, elegantie en subtiliteit die zo kenmerkend zijn voor dit repertoire.

Wat is de ergste nachtmerrie voor een zanger of zangeres?

Iedereen zal u hetzelfde vertellen: een black-out krijgen op de bühne. Het zijn steevast de teksten, de woorden die je vergeet, dus gewoonlijk biedt de muziek je altijd een uitweg.

Hoe groot is de uitdaging om tijdens een recital de soms intense emoties van de personages weer te geven en tegelijk de teksten zingen?

Wat het zo moeilijk maakt, is dat deze liederen heel kort zijn. De langste duren amper vier minuten. Je moet je publiek dus onmiddellijk weten te boeien. De uitspraak, van het Frans in dit geval, is dan ook cruciaal bij dit soort optredens. Je moet de luisteraars met je meevoeren, niet alleen aan de hand van de tekst, maar ook door de uitdrukkingskracht van je gezicht. Je moet dus heel veel gevoelens uitdrukken op heel korte tijd. In dat geval zijn je beste bondgenoten altijd oprechtheid, eenvoud, zingen met je ziel, je leven, je verleden. Met Franse liederen kun je de mensen niet overdonderen door de hoogste noten te halen, je moet een verhaal vertellen. Het is een heel eerlijke manier om het publiek te bereiken.

Waar houdt u niet van 's nachts of wat maakt u bang op die momenten?

Alles wat samengaat met de duisternis. Alles valt stilt, je bent als het ware alleen met jezelf. Daar komt volgens mij de angst vandaan.

Rechts: als Madame Lidoine in 'Les Dialogues des Carmélites'
Rechts: als Madame Lidoine in 'Les Dialogues des Carmélites' © Vincent Pontet

Fête

Met dit recital vieren we uw terugkeer naar de Munt. Wat zijn uw mooiste herinneringen aan uw vorige bezoeken?

Ongetwijfeld Les Dialogues des Carmélites in 2017. In de loop van je carrière zing je in tal van opera's, maar aan een zeer grote productie neem je maar één keer om de tien jaar deel. Dat was mijn eerste voorstelling als Madame Lidoine en ik had het geluk te mogen samenwerken met fantastische collega's in een prachtige enscenering van Olivier Py.

Wat geeft u gewoonlijk zin om te feesten?

Goed nieuws. Een stralende toekomst. Heel eenvoudige dingen. Samenzijn met de mensen van wie ik hou. Het leven is vaak moeilijk, dus als we geluk op onze weg vinden, moeten we dat vastgrijpen en het vieren.

Wanneer hebt u voor het laatst (bijna) de hele nacht door gefeest?

Dat is heel lang geleden. Als serieuze en professionele zangeres vermijd je zulke uitspattingen het best. De dag erna is het namelijk vaak minder feestelijk. Je doet dat maar beter niet te vaak, om zorg te dragen voor je stem. Dat zijn nu eenmaal de kleine dingen die je opoffert, maar er zijn nog tal van andere manieren om je te amuseren.